e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P047p plaats=Loksbergen

Overzicht

Gevonden: 3995
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zogen, voeden (overg.) de tet geven: də tèt gijəvə (Loksbergen) borstvoeding geven: Een kind aan de borst voeden (minnen, de mem geven, houden). [N 84 (1981)] III-2-2
zolder boven de dorsvloer oversprong: ø̜i̯vǝrsproŋk (Loksbergen) De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32] I-6
zomen zomen: zyǝmǝ (Loksbergen), zø̄jǝmǝ (Loksbergen) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zon- en feestdagen zon- en feestdagen: zon en fiejestdàg (Loksbergen) Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)] III-3-3
zondag zondag: zondag (Loksbergen) De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)] III-3-3
zondag houden zondag houden: zondag hòòwə (Loksbergen) De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)] III-3-3
zondagmissaal zondagmissaal: zondagmissaal (Loksbergen) Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zondagschender zondagsschender: zondagschènnər (Loksbergen) Iemand die zich niet houdt aan de zondagsrust (zondagschender). [N 96D (1989)] III-3-3
zonde zonde: zòndə (Loksbergen) Een zonde [zund, zung]. [N 96D (1989)] III-3-3
zonder opzet niet expres: ni èsprès (Loksbergen), niet voorspres: ni vərsprès (Loksbergen) zonder opzet, zonder bedoeling [buiten besouw] [N 85 (1981)] III-1-4