33802 |
achterknie |
hakken:
ha.kǝ (Q080p Vliermaal)
|
Uitstekend achterpootsgewricht van het paard. Een gedeelte van de termen duidt niet de uit- maar de insprong of knieholte aan. Zie afbeelding 2.40. [JG 1a, 1b, 2c; N 8, 32.1, 32.5, 32.9, 32.10, 32.11 en 32.12]
I-9
|
19445 |
achteruit |
terug:
tryk (Q080p Vliermaal)
|
Voermansroep om het paard achteruit te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95l en 96; L B 2, 254; L 36, 81b; monogr.]
I-10
|
34584 |
achterwand |
hoofdbred:
høi̯t˱brīę.t (Q080p Vliermaal),
hø̜i̯t˱briɛ.t (Q080p Vliermaal)
|
De afneembare achterplank van de kar of wagen. Deze plank werd tussen de twee zijwanden geschoven om de laadruimte af te sluiten en kon tijdens het lossen weggenomen worden. Voor de betekenisontwikkelingen van de verschillende woordtypes, zie de toelichting bij het lemma voorwand. Op de kaart zijn voor Belgisch Limburg alleen de gegevens uit de mondelinge enquête opgenomen. [N 17, 30a + 36 + 48; N G, 61c; JG 1a; JG 1b; JG 2b; JG 2c; A 26, 1a; Lu 4, 1a; L 33, 4; L 40, 56; monogr.]
I-13
|
17650 |
achterwerk |
kont:
kont (Q080p Vliermaal)
|
buil op het hoofd [buts, buil] [N 109 (2001)]
III-1-1
|
17781 |
adem |
adem:
ojəm (Q080p Vliermaal)
|
adem [ZND 01u (1924)]
III-1-1
|
17685 |
ademen |
ademen:
ojəmən (Q080p Vliermaal)
|
ademen [ZND 01u (1924)]
III-1-1
|
19803 |
afdak |
schuil:
šau̯l (Q080p Vliermaal, ...
Q080p Vliermaal,
Q080p Vliermaal)
|
afdak [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)], [ZND 12 (1926)]
III-2-1
|
34247 |
afgeroomde melk |
afgelaten melk:
ǫfxǝlǫǝtǝ męlk (Q080p Vliermaal),
ǭ.fxǝluǝtǝ mę.lǝk (Q080p Vliermaal)
|
De vloeistof die overblijft als de melk ontroomd is. [A 7, 15 en 17; A 23, 4a; L 27, 29; JG 1a, 1b; L 1u, 103; Lu 1, 3 en 4a; monogr.]
I-11
|
17583 |
afhangend kuifje (bij kortgeknipt haar) |
capoul:
-> Victor Capoul?
kerpoel (Q080p Vliermaal)
|
Kortgeknipt haar met alleen van voor een afhangend kuifje (ponnie, fru(fru), bles, stroef, kapoel). [N 109 (2001)]
III-1-1
|
25397 |
afhuiden |
villen:
velǝ (Q080p Vliermaal)
|
Met behulp van een rond mes snijdt men, de hand soepel vanuit de pols bewegend, de huid los van het lijf. In P 108 werden kalveren met een fietspomp opgeblazen, waardoor de huid lichter werd. Zodoende kon men die makkelijker verwijderen. [N 28, 51; monogr.]
II-1
|