34334 |
zelfstandig drinken, niet bij de zeug |
slurpen:
slørpǝn (L282p Achel)
|
Volgens de informant van P 44 gebeurt dit al vrij vlug. Na vier of vijf dagen kunnen de biggen zelfstandig drinken. [N 19, 21b; monogr.]
I-12
|
21087 |
zemelen |
zemelen:
ze.mǝlǝn (L282p Achel)
|
De bij het malen van graan afgescheiden en fijngemaakte hulzen van de korrels, die na het zeven als grofste afval overblijven. In Q 99* kent men zowel zemelen als klijen. De laatstgenoemde term wordt gebruikt voor de velletjes in het zeefsel. Zie ook het lemma ɛzemelenɛ in wld II.1, pag. 83. Het materiaal dat hier is opgenomen, vormt een aanvulling op het genoemde lemma in wld II.1.' [S 45; N O, 38d; N O, 38e; JG 1a; JG 1b; JG 2c; Vds 250; Jan 141; Coe 219; Grof 249; monogr.]
II-3
|
17681 |
zenuw |
zenuw:
zenəw (L282p Achel),
zinyw (L282p Achel)
|
zenuw [zeen] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
23513 |
zeswekenmis |
zeswekenmis:
zeͅs wɛkəmes (L282p Achel)
|
Een mis die zes weken na iemands overlijden wordt opgedragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34311 |
zeug met biggen |
zeug:
zeug (L282p Achel),
zøx (L282p Achel),
zoog:
zōx (L282p Achel)
|
Vrouwelijk varken dat heeft gejongd. [N 19, 6; L 37, 49c; monogr.]
I-12
|
33146 |
zeven met de handzeef |
zeven:
zēvǝ (L282p Achel),
ziften:
zeftǝ (L282p Achel),
zextǝn (L282p Achel)
|
Zaaigraan winnen uit het met de wan gezuiverde graan door het te zeven. [N 14, 41b, 42b en 43b; JG 1a, 1b; Wi 43; S 45; monogr.]
I-4
|
33860 |
zich bij het stappen op de voorhoeven trappen |
(zich) schuppen:
sxøpǝn (L282p Achel
[(schuppen: schoppen)]
),
te kort van voor:
tǝ kǫrt van vø̄r (L282p Achel),
te wijd doorslaan:
te wīt dōrslǝn (L282p Achel)
|
[N 8, 75 en 79]
I-9
|
28605 |
zich een zwerm toeëigenen |
een vrijwis plaatsen:
een vrijwis plaatsen (L282p Achel)
|
Door een zwerm te volgen en aan een boom een teken, bijvoorbeeld een zakdoek, strowis of een tak, te bevestigen, kan de eigenaar zich volgens het imkerrecht bekend maken. Een oud gebruik in de imkerij is dat een zwerm eigendom van de vinder wordt, wanneer de echte eigenaar onbekend is (De Roever, pag. 327). [N 63, 82]
II-6
|
17938 |
zich haasten |
zich spoeden:
zich spoeën (L282p Achel),
ziek spoeijen (L282p Achel)
|
Zich haasten (zich haasten, zich spoeden, spujen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
24047 |
zich laten inschrijven voor het huwelijk bij de pastoor |
ondertrouw:
ondertrouw (L282p Achel)
|
Zich laten inschrijven voor het huwelijk bij de pastoor, "naar pastoor gaan". [N 96D (1989)]
III-3-3
|