e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L324a plaats=Leveroy

Overzicht

Gevonden: 489
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uil krasuil: krasuul (Leveroy) bosuil III-4-1
uitglijden uitschieten: oetsjeete (Leveroy) uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)] III-1-2
vader pa: pa (Leveroy), papa: pappa (Leveroy, ... ), vader: vaadər (Leveroy, ... ), vader (Leveroy, ... ), vadər (Leveroy, ... ) (vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] III-2-2
vangen vangen: vange (Leveroy) vangen [DC 02 (1932)] III-1-2
veldleeuwerik, leeuwerik leeuwerik: lēwərik (Leveroy), lèwərik (Leveroy), lîêwerik (Leveroy) Hoe heet de veldleeuwerik? [DC 06 (1938)] || veldleeuwerik III-4-1
verhaal verhaal: verhoul (Leveroy) verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)] III-3-1
verkleumd stijf: stief vanne kaoj (Leveroy) verstijfd van kou [verkild] [N 10 (1961)] III-1-2
verlegen bleu: blö:e (Leveroy) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verliezen verliezen: verleesen (Leveroy, ... ) verliezen [DC 38 (1964)] III-3-1, III-3-2
verstandskies verstandstand: verstandstandj (Leveroy) verstandskies (oogtand, baktand) [DC 01 (1931)] III-1-1