e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L324a plaats=Leveroy

Overzicht

Gevonden: 489
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
voetzool zool: zool (Leveroy) zool [DC 01 (1931)] III-1-1
voorhoofd voorhoofd: veurhoofd (Leveroy) voorhoofd [DC 01 (1931)] III-1-1
vooroverduikelen koelekop schieten: koelekop sjeete (Leveroy), op zijn neus vallen: op zien naas valle (Leveroy) duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)] III-1-2
voorvoet voorvoet: vèùrvoot (Leveroy) voet: voorste deel van de voet [vurvoet] [N 10 (1961)] III-1-1
vroedvrouw wijsvrouw: wiesvrouw (Leveroy, ... ) hoe heet de baker of vroedvrouw? [DC 05 (1937)] III-2-2
vrouw, vrouwspersoon vrouw: vrouw (Leveroy) vrouw; (bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote?) [DC 05 (1937)] III-2-2
vuist vuist: vōēst (Leveroy) vuist [N 10 (1961)] III-1-1
waden waden: waaje (Leveroy) waden: door het water baden [waoje, baoje, baaje] [N 10 (1961)] III-1-2
waggelen strobbelen: stroebele (Leveroy), B.v. moesse höm dao zeen stroebele (harkerig lopen).  stroebele (Leveroy), strompelen: strómpele (Leveroy) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] || lopen: onvast, wankelend lopen [stroemele, striemele, strampele] [N 10 (1961)] III-1-2
wandelen wandelen: wanjele (Leveroy, ... ) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2