e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q193p plaats=Gronsveld

Overzicht

Gevonden: 4947
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijwand schot: šǫt (Gronsveld) Elk van de zijkanten van een kar, wagen of kruiwagenbak. Herhaaldelijk worden in het materiaal speciaal de zijkanten van een hoogkar vermeld, die afgenomen kunnen worden. De zijwanden van de slagkar, die samen met de voorwand een vast geheel vormen, krijgen vaak geen aparte naam. De zijplanken zijn horizontale planken die tegen verticale rongen staan en waarop verhoogsels gezet kunnen worden. De woordtypes kist, mouw, komp en korf, die thans "elk van de twee zijwanden" betekenen, zijn oorspronkelijk termen voor de kar- of wagenbak als geheel. De benamingen voor dit geheel worden behandeld in het lemma bak. De meer specifieke benamingen voor de zijwanden van de kruiwagen worden onder het betreffende lemma behandeld. [N 17, 30a + 40 + 46a + add; N G, 53c + 60 a-b; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 1d; JG 2a; JG 2b; JG 2c; A 26, 2b; Lu 4, 2b; monogr.] I-13
zijwanden bijplanken: biplāŋkǝ (Gronsveld) Zijkanten van de platte kruiwagen. De meer algemene benamingen zijn terug te vinden onder het lemma zijwand. Het woordtype ruls staat voor een bijzondere soort zijkant, die niet uit planken bestaat, maar uit latjes en die voornamelijk dient voor het vervoer van takken, bladeren en dergelijke. Zie ook het lemma rulskar. [N 18, 98a + add; N G, 53c; JG 2b; monogr.] I-13
zilveren één frank frank: ene frang (Gronsveld) 1 franc, een ~ (van zilver) [N 21 (1963)] III-3-1
zin (lust) aard: äord (Gronsveld, ... ), ambitie: ambiésie (Gronsveld), zin: zeen (Gronsveld) het verlangen om iets te doen [lust, aard, troef, nijd, zin, goesting] [N 85 (1981)] || lust, aardigheid III-1-4
zindelijk droog: druug (Gronsveld), zuiver: zuver (Gronsveld) zindelijk; de aandrang der natuurlijke behoeften beheersend, zindelijk gezegd van kinderen [N 86 (1981)] III-2-2
zingen fluiten: fluete (Gronsveld), rollen: rolle (Gronsveld), zingen: zijnge (Gronsveld), zynge (Gronsveld) het geluid van zangvogels (slaan, slagen, zingen, fluiten) [N 83 (1981)] || Zingen. III-3-2, III-4-1
zitbank bank: baank (Gronsveld) bank III-2-1
zitting zit: zit (Gronsveld) zitting van een stoel III-2-1
zitvlak van een broek bodem: boëjem (Gronsveld), broekenbodem: brokeboëjem (Gronsveld), kruis: kruus (Gronsveld) achterste gedeelte van de broek || achterste gedeelte van de broek tussen taille en kruis || zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zoethout zoethout: zeuthoüt (Gronsveld) zoethout III-2-3