e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zedenpreek donderpreek: missiepraek (Oirlo) Een zedenpreek, vermanende zedenles, sermoen. [N 96B (1989)] III-3-3
zedig netjes: netjes (Oirlo) Zedig. [N 96D (1989)] III-3-3
zeef zift: zift (Oirlo), en zift um uut te zeeje (zifte)  zift (Oirlo), Enne kop as \'n zift hebbe: erg vergeetachtig zijn Iemes ònder \'t zift trekke: iemand financieel bedonderen  zif(t) (Oirlo), zij: \'n Smerrege zeej lót ok génschón water dur: Boze opzet is niet voor eerlijkheid vatbaar  zeej (Oirlo) vloeistofzeef || zeef [SGV (1914)] || zeef in het algemeen [N 20 (zj)] || zeef voor vaste stoffen III-2-1
zeemlap zeemlap: zieëmláp (Oirlo), zeemleer: zieëmlaer (Oirlo) zeemdoek || zeemleer III-2-1
zeepsop sop: sop (Oirlo, ... ), zeepnat: zieëpnat (Oirlo, ... ), zeepsop: zeipsop (Oirlo), zieëpsop (Oirlo) sop [SGV (1914)] || zeepsop [SGV (1914)] || zeepwater III-2-1
zeer blij hardstikke blij: hardstikke bliej (Oirlo) zeer blij [frut] [N 85 (1981)] III-1-4
zeer warm weer hardstikke heet: ⁄t is hardstikke hèt (Oirlo), hitte: heitte (Oirlo), warmte: waermt (Oirlo) hitte [SGV (1914)] || hitte, warmte || sterke, overmatige warmte, hoge temperatuur van de lucht [heet, hitte, hitse] [N 81 (1980)] III-4-4
zegen aan het eind van de mis zegen: zaegen (Oirlo) De zegen, de benedictie door de priester gegeven aan het eind van de mis. [N 96B (1989)] III-3-3
zegen met het allerheiligste zegen met het allerheiligste: zaegen mit et allerhelligste (Oirlo) De zegen met het Allerheiligste. [N 96B (1989)] III-3-3
zeggen zeggen: zeggə (Oirlo), zeigge (Oirlo) zeggen [SGV (1914)] || zeggen; ik ben bij de vrouw geweest en heb het tegen haar gezegd; ze zeide, dat ze het ook aan haar dochter zou - [DC 03 (1934)] III-3-1