e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L216p plaats=Oirlo

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zich warm aankleden warm aandoen: zich lekker waerm a͂ndoen (Oirlo) zich warm aankleden [doffelen] [N 86 (1981)] III-1-3
zich zeer slecht gedragen niet deugen: den deugt nie (Oirlo), opspelen: opspeule (Oirlo), zich varkensachtig gedragen: den gedruûgt zich vaerkesaechtig (Oirlo) een zeer slecht gedrag [gebrak, walebakkerij] [N 85 (1981)] || zich zeer slecht gedragen, zich als een beest gedragen [beesten, opspelen, wallebak-ken, brakken] [N 85 (1981)] III-1-4
ziek ziek: ziek (Oirlo) ziek [SGV (1914)] III-1-2
ziekenhuis ziekenhuis: zīēkenhuûs (Oirlo) Ziekenhuis: inrichting voor het verplegen van zieken (hospitaal, gasthuis). [N 84 (1981)] III-1-2
ziekenlantaarn bel: de bel (Oirlo), lamp: de laamp (Oirlo) De lantaarn die door de misdienaars gedragen wordt als Ons Heer naar een zieke wordt gebracht [lanteer]. [N 96D (1989)] III-3-3
ziekte ziekte: ziekte (Oirlo) ziekte [SGV (1914)] III-1-2
ziel ziel: ziel (Oirlo, ... ) De ziel [zieël, zie.l, zeel]. [N 96D (1989)] || ziel [SGV (1914)] III-3-3
zielboek dodenlijst: doeejeliest (Oirlo), zielenboek: zieleboeek (Oirlo) Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zielenheil zielenheil: zieleheil (Oirlo) Het zieleheil. [N 96D (1989)] III-3-3
zien, kijken kijken: kieke (Oirlo), zien: zien (Oirlo), zīn (Oirlo) kijken [SGV (1914)] || zien [RND], [SGV (1914)] III-1-1