e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q202p plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wielewaal goudmerel: goodmeïle (Eys) Hoe heet de wielewaal? [DC 06 (1938)] III-4-1
wierook wierook: wierook (Eys) Wierook [wierek, wierooch?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wierookkorrels wierookskorreltjes: wierookskörrelkes (Eys) Wierookkorrels. [N 96B (1989)] III-3-3
wierookvat wierooksvat: wierooksvaat (Eys) Het wierookvat [wiereksvat, wieresvaas?]. [N 96B (1989)] III-3-3
wig kijl: kiǝl (Eys), kę.jl (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Eisden]), wig: we.x (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) Houten wig die soms achter de touwen wordt gedreven om de verbinding te verstevigen. Zie ook afb. 19. [N 32, 5d; monogr.] || Taps toelopend houten blok dat wordt gebruikt om bijvoorbeeld ijzeren ondersteuningen of schudgootmotoren vast te zetten. Het woordtype "bouwkijl" werd op de Domaniale mijn gebruikt voor een wig in galerij-ondersteuningen. [N 95, 346; N 95, 347; N 95, 332; monogr.; Vwo 209; Vwo 724] II-5, II-9
wigvormig sluithout deurpin: dyǝrp‚ē.n (Eys) Een wigvormig stuk hout dat men door een metalen ring op de deurstijl steekt en dat aldus de deur tegen de deurstijl sluit. [N 4A, 46] I-6
wijden wijden: wieje (Eys) wijden [SGV (1914)] III-3-3
wijn wijn: wīēn (Eys) wijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnazijn wijn-essig: wīēnissig (Eys) wijnazijn [SGV (1914)] III-2-3
wijnstok, wingerd wijndruivenstruik: wī.ndr‧uvəštrū.k m. (Eys), wijnstok: wiensjtok (Eys), wīēnsjtok (Eys) [SGV (1914)]De klimplant met handvormige bladeren en groenwitte bloempjes de de wijndruif levert (wijnrank, wingerd, wijger, vijger, wijgert, driveger), [N 82 (1981)] || wingerd [SGV (1914)] I-7