e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L318b plaats=Tungelroy

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zolen onder de klomp slaan verbodemen: vǝrbø̄mǝ (Tungelroy) De zool van de klomp van zoolbeslag voorzien om de levensduur van de klomp te verlengen. Zie ook het volgende lemma. In Venray (L 210) werden ook klompen die deels al een versleten loopvlak hadden van oude stukken leer of rubber voorzien. [N 24, 71, add.; monogr.] II-12
zomen zomen: zø̜j.mǝ (Tungelroy), zø̜jmǝ (Tungelroy) Van zomen voorzien. Zie ook het lemma ɛzoomɛ.' [N 59, 65; N 62, 14b; L 8, 127; MW; S 46; monogr.] II-7
zomerkapmanteltje pelerine (<fr.): pelderien (Tungelroy, ... ) kapmanteltje voor de zomer met een ovaalvormig voor- en achterpand [pelderien] [N 25 (1964)] III-1-3
zomerkleren zomergoed: zomergood (Tungelroy), zomerkleren: zomerkleier (Tungelroy), zomerkleijer (Tungelroy), zoomerkleijer (Tungelroy) zomerkleren [N 23 (1964)] || Zomerkleren. [DC 62 (1987)] III-1-3
zon- en feestdagen feestdagen: fiestdaag (Tungelroy) Zon- en feestdagen (ledige dagen) . [N 96C (1989)] III-3-3
zondag zondag: zonnig (Tungelroy) De zondag, dag des Heren. [N 96D (1989)] III-3-3
zondag houden zondag houden: zonnig hoaje (Tungelroy) De zondag houden/vieren/eerbiedigen/heiligen. [N 96D (1989)] III-3-3
zondagmissaal `s zondagsmissaal: sonnismissaal (Tungelroy) Een kerkboek met misgebeden voor de zondagen en feesten van het kerkelijk jaar [zondagsmissaal(tje)?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zondagse kleren `s zondagse kleren: sonnesekleijer (Tungelroy), sonnisse kleijer (Tungelroy), ⁄s zonnese kleier (Tungelroy) De kleren die men s zondags draagt. [DC 62 (1987)] || zondagse kleren [t sondagsdinge] [N 23 (1964)] III-1-3
zondagse schort `s zondagse scholk: sonnisse sjolk (Tungelroy) schort, blauw-wit linnen zondagse schort [N 24 (1964)] III-1-3