e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Velm

Overzicht

Gevonden: 1871

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
balein balein: bleͅijən (Velm) balein uit het korset [N 25 (1964)] III-1-3
balken van de zolder boven de dorsvloer bolderhouters: bø̜ldǝrǫu̯ǝtǝrs (Velm) De zware rondhouten die op de gebintbalken boven de dorsvloer rusten en die de zoldervloer vormen. Deze zolder is een schelf, die ofwel altijd aanwezig is, ofwel elk jaar tijdens het bergen van de oogst gevormd wordt en weer verwijderd als hij leeg is. De rondhouten worden gelegd van het ene gebint naar het andere of dwars op de lengterichting van de beuk die de dorsvloer inneemt. De enkelvoudsvormen betreffen ofwel één van de balken of zijn collectief voor al de balken samen. Zie ook de lemmata "onderste" en "bovenste balken van de schelf" (3.4.2 en 3.4.3). Zie ook afbeelding 14.c bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68b; N 4, 35 en 68; N 4A, 13a en 13b; monogr.] I-6
bandschort met borststuk voordoek: vörək (Velm) schort met borststuk en schouderbanden [schortel, scholk, sjutsel] [N 24 (1964)] III-1-3
bangerik bangschijt: bangscheet (Velm), bleue, een -: bluuë (Velm) Bloodaard, bangerik, enz. [ZND 05 (1924)] III-1-4
bankbiljet biljet: ps. omgespeld volgens Frings.  ə bleͅt (Velm), briefje: ps. omgespeld volgens Frings.  ə brəfkə (Velm) bankbiljet, banknoot, een ~ [briefke?] [N 21 (1963)] III-3-1
baret bret (fr.): bareͅ (Velm) baret [flat, floets] [N 25 (1964)] III-1-3
barrevoets barrevoets: baerəvuits (Velm), berrəvuts (Velm) barrevoets [ZND 19 (1936)] || blootvoets [RND] III-1-3
bed bed: beͅt (Velm) bed [RND] III-2-1
beddenbak, ressortbak ledikant: lødəkant (Velm) Houten gedeelte van een bed (Nederl. ledikant; Fr. bois du lit) [ZND 02 (1923)] III-2-1
beddenlaken beddenlaken: beddelaken (Velm) Een laken (op een bed) [ZND 34 (1940)] III-2-1