e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q104p plaats=Wijk

Overzicht

Gevonden: 961
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zegen aan het eind van de mis zegen: zege (Wijk) De zegen, de benedictie door de priester gegeven aan het eind van de mis. [N 96B (1989)] III-3-3
zegen met het allerheiligste zegen met het allerheiligste: zege met `t allerheiligste (Wijk) De zegen met het Allerheiligste. [N 96B (1989)] III-3-3
zenuw zenuw: zenuw (Wijk) zenuw [zeen] [N 10 (1961)] III-1-1
zestien en een halve zestien en een half: zestienenunnehaaf (Wijk) Betekenis en uitspraak van: zestienenhalve? Uitspraak en betekenis. [N 21 (1963)] III-3-1
zeswekenmis zeswekendienst: zeswekedeens (Wijk) Een mis die zes weken na iemands overlijden wordt opgedragen. [N 96B (1989)] III-3-3
zielboek overlijdensregister: euverlijdensregister (Wijk) Het zielenboek, het register van overledenen, wier namen op vaste tijden van de preekstoel werden afgelezen, voorzover de nabestaanden het zielenboekgeld hadden voldaan [zielboek, dodenlijst?]. [N 96B (1989)] III-3-3
zijaltaar zijaltaar: zijaltaor (Wijk) Op het priesterkoor [zijaltaar?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijbeuk zijschip: zijsjepe (Wijk, ... ) De beide zijruimten, links en rechts van het middenschip [zijbeuken?]. [N 96A (1989)] || Elk van beide zijgangen [zijpad?]. [N 96A (1989)] III-3-3
zijde zij: pèin in m⁄n zeij (Wijk) zij, zijde (pijn in de zij) [N 07 (1961)] III-1-1
zijden omslagdoek sjaal: sjaal (Wijk, ... ) omslagdoek, zijden ~ [N 23 (1964)] III-1-3