e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
arresteren <omschr.> hij gaat de bak in: hij gaut de bak in (Tessenderlo), hij goat de bak in (Kwaadmechelen), <omschr.> hij zit er binnen: hè zit er binnen (Paal), <omschr.> in de bak zitten: inne bak zitte (Herten (bij Roermond)), aanhouden: aangeha (Voort), aangehaa (Ulbeek), aangeheüwen (Kwaadmechelen), aangehoaiə (Ophoven), aanhaaje (Reuver), aanhauwe (Bree), aanhawte (Klimmen), aanhojen (Ophoven), aanhouden (Zonhoven), aawengehaave (Landen), aengehooen (Paal), aogəhēiwə (Oostham), aonhaagən (Diepenbeek), dao gɛndɛ̄rmə həbbə həm ōͅngəhāwə (Vroenhoven), de boy hät hem aangauwen (Mechelen-aan-de-Maas), de garde hiel hum oun (Landen), de genderm het hem aangeha (Heers), de genderme hemmen hum aangehoijen (Houthalen), de genderme hèbbe hm aangehaawen (Rekem), de gendermen hebben hem aangehauwen (Neeroeteren), de gendermen hebben hem aangehawen (Dilsen), de gendermen hemmen h’m aangehaën (Peer), de gendermen hĕbben hem aangehawen (Opgrimbie), de gendèrm hèt em oangehauwen (Sint-Huibrechts-Lille), de gəndermə hebbə h’m aangehaa (Heers), de jandume həmə en ojəngəha (Engelmanshoven), de pelice het hem aughagus (Bilzen), de pelis et hem aongehā (Hoepertingen), de pelis heet m aangehauwen (Opoeteren), de pelis het hum aāngehaijen (Hasselt), de pelis hèt h’m aongehāe (Wellen), de pelis hèt m angehaage (Hasselt), de pelise hebbe hum aengehage (Hasselt), de peliss hittem aongehage (Hasselt), de pelitie heet em oangehaan (Peer), de pelitie het m aangehauwe (Opglabbeek), de pelitie hit em aagehoon (Paal), de pellis hëb hum aangehaen (Hechtel), de poelis hèt hûm aangehaâ (Ulbeek), de police hed huum ôëngehage (Wellen), de police hedt hem aamgehouwen (Neeroeteren), de police het em oangehawen (Hamont), de policie het hem auëngehaa (Groot-Gelmen), de polies hee hm engehouen (Linkhout), de polies het èm aangehâen (Stokrooie), de polies hit hum angehawen (Lommel), de poliessie hèd hɛm aangeha͂we (Lanaken), de polis et m aangehouwen (Maaseik), de polis get ’m aongehaten (Val-Meer), de polis hee em aangehaan (Mielen-boven-Aalst), de polis het hem oangehage (Martenslinde), de polis het heum oêngehaa (Heers), de polis hetm angehaven (Kwaadmechelen), de polis hĕt hum aangehoje (Kinrooi), de polis hit em aangehage (Hasselt), de polis hèt hum oəngehaaë (Stevoort), de polis êt em aangehawen (Maaseik), de polise heêt h’m oângehagen (Mopertingen), de polisie het həm aangəhoon (Beringen), de polissen hebben hem aangeha (Gorsem), de polissen hemmen hem âongehaten (Grote-Spouwen), de polissie he’bem aangehaa (Gingelom), de politie heet hem aangehaa (Jeuk), de politie heet hem aangehaân (Peer), de politie hit hem aon gehouwen (Neerpelt), de politie hèet hem aangehauwe (Gruitrode), de politie hɛt hĕm ōͅngehāgen (Diepenbeek), de pollitie hit h’m aongehōn (Koersel), de pəlisse həje həm aangeha (Jeuk), de sjendermen hebben h’m aangehauwen (Reppel), de zjanderme hemmen m aangehowe (Beverlo), de zjəndèrms habbənəm aangauwə (Mechelen-aan-de-Maas), den boy hèt hem aangehouwwen (Kaulille), də gəndɛrmən hɛmən əm aoəngəhāwən (Hamont), də ples het əm āgāgə (Zonhoven), də ples hetøm angəhājə (Zonhoven), də polis ētəmāəngāəuə (Leopoldsburg), də polis hətəm angəhagə (Alken), də politie hèt əm aangəhagə (Eigenbilzen), də pəlis hē həm ōͅngəhāi (Herk-de-Stad), də pəlis hētəm âəngəhagə (Houthalen), də žəndermə həbən həm āngəhawə (Bree), dɛ politie hi-t-em àngehawen (Lommel), es aôengehâ (Jeuk), hij is aangeheyven dor de police (Kwaadmechelen), hij is aangouwen (Heppen), oanghaan (Sint-Truiden), oanhâge (Hoeselt), ze hebben heem eungehaage (Riksingen), ze hemmen hem aangehage (Genk), ze hemmen hem aangehoon (Paal), àànhàwtə (Susteren), Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  āāhŏŏtə (Nieuwenhagen), ps. omgespeld volgens Frings!  a͂nhājə (Houthalen), ps. omgespeld volgens RND!  a͂nhau̯wə (Meeuwen), afvoeren: aafveure (Kerkrade), arresteren (<fr.): aresterə (Maastricht), arresteere (Geulle, ... ), arresteerə (Oirsbeek), arrestere (Amby, ... ), arresteren (Born, ... ), arrestère (Schimmert), arrèsteerən (Urmond), arrəsteerə (Roermond), gearesteerd (Bocholt), ze hemmen hem gearesteerd (Genk), àresteerə (Venlo), àrrèsteerə (Maastricht), àrrəsteerə (Heerlen), arrteren (<fr.): de police hei um garreteird (Sint-Truiden), de politie heeft hem gearreteerd (Vucht), gevangen nemen: gevaange nöme (Maastricht, ... ), gevaangə neumə (Maastricht), gevange neme (Blerick), gevange nemen (Eys), gevange numme (Klimmen, ... ), gevangen nemen (Blerick), gevàngə neemə (Gennep), gəvangə gənómmə (Meijel), grijpen: grîepe (Swalmen), iemand griepe (Venray), halen: de polies heet em gehaalt (Kaulille), inbrengen: inbringe (Maastricht), met zijn slippen hebben: ze hebben hem met zijn slippen (Lommel), opbrengen: opbrenge (Venray), opbringe (Ell), opladen: op-laaije (Sevenum), oplaaie (Sevenum), oppakken: oppakke (Blerick, ... ), oppakken (Eksel), óppakke (Tienray), óppakkə (Maastricht), oppikken: Algemene opmerking v.d. invuller: in het Meerlos dialect bestaat geen uitgangs "n"!  oppikke (Meerlo), opsluiten: opsloetə (Montfort), pakken: de boy hit hèm gepakt (Kuringen), de genderme hemmen hum gepakt (Houthalen), de jendarmen hemmen hem gepakt (Paal), de palis het m gepakt (Genk), de pelies hiet m gepaktj (Weert), de police he hekm gepakt (Sint-Truiden), de polis heit hĕm gepakt (Moelingen), de polis het ’m gepak (Rijkhoven), de polis hèt hem gepakt (Maaseik), de politie heedt hun gepakt (Rekem), de politie heeft hem gepakt (Kaulille, ... ), de schandermen həbben həm gepakt (Wellen), de zjanderme hemmen m gepakt (Koersel), de zjandèrmen hemmen hem gepakt (Achel), də gəndermə hemmən hum gəpakt (Beverlo), də gəndɛrmən hɛmmən höm gəpakt (Beringen), də plis hätəm gepak (Hasselt), də policə heuben hum gepakt (Landen), də pəlis heet h’m gepakt (Lummen), də pəlisə hɛt əm gəpak (Gutshoven), də žendɛrmən hɛmmən om gepakt (Kaulille), gepakt (Ulbeek), heeft hem gepakt (Tessenderlo), het hem gepak (Riemst), hä’s gəpakt (Beek (bij Bree)), hé es gepakt (Paal), pakke (Amby, ... ), pakken (Jeuk), pakkə (Epen), ze hebben hem gepakt (Sint-Truiden), ze hemmen hem gepakt (Genk), ze hemmen m gepakt (Helchteren), scharrelen: gescherreld (Achel), snappen: de police het hem gesnap (Bilzen), hè es gesnapt (Paal), is gəsnoept (Sint-Truiden), tegenhouden: de gendermen habben hem tïegegehagen (Mopertingen), vangen: gevaange (Maastricht), guvangu zittu (Brunssum), vastnemen: gəvāāngə nūmmə (Maastricht), vast numme (Thorn), vastzetten: de polizij hat hem vaastgesat (Lontzen), iemand vâst zette (Venray), va.s˃zeͅ.tə (Eys), vaas zette (Noorbeek), varzèttə (Guttecoven), vas zette (Nieuwstadt), vas zètte (Geleen), vas-zette (Schaesberg), vas-zettə (Schinnen), vast zetten (Stein), vastzette (Tungelroy), vastzetten (Eigenbilzen, ... ), vastzitte (Maasniel), vastzitten (Montfort), vastzètte (Schinnen), vastzétte (Tungelroy), vastzétə (Heel), vaszette (Simpelveld, ... ), vaszettə (Doenrade), vaszĕtte (Geleen), vaszitte (Montfort, ... ), vaszètte (Klimmen), vaszèèttə (Hulsberg), vaszêtte (Schimmert, ... ), vàssittə (Kapel-in-t-Zand), vàstzétte (As), vàszèttə (Heerlen) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] || iemand in hechtenis nemen [bekommeren, arresteren] [N 90 (1982)] III-3-1