e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haagappel appel: zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  äppel (Welkenraedt), appeltje: eppelkes (Waubach), avondbrood: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  oͅ.vəndbru.əd (Stokkem), beer: bieëre (Ell), -  baere (Roermond), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  beeren (Bocholt, ... ), beren (Hechtel, ... ), bīərən (Neeroeteren), beertje: bierkes (Weert), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  berkəs (Hamont), bĕrkes (Diepenbeek), bes: -  bèsse (Meijel), bezie: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  bezien (Neerpelt), bikbeer: bikberen (Zonhoven), bikkenbrood: z. L.J. p 65  bikkebroet (Zonhoven), bolletje vd m: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  bullekes van enen h. (Achel), doornappel: zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  djōən-apəl (Voort), djuən-apəl (Hoepertingen), doornbotte: dowenbotte (Mechelen), doornkral (dorre-): -  durse kralle (Venray), ekstervoer: -  eekster voor (Beek), haagappel: aagappel (Buchten, ... ), āxapələ (Mechelen-aan-de-Maas), haag appele (Middelaar), haag eppel (Ubachsberg), haag-appele (Noorbeek), haag-eppel (Klimmen), haagappel (Afferden, ... ), haagappel (sleept.) (Echt), haagappele (Susteren, ... ), haagappels (Ottersum, ... ), haageppel (Eys, ... ), haagéppel (Klimmen), haakappelen (Neer), haochàppel (Hoeselt), haogappel (Arcen, ... ), haogappele (Eijsden), hoagappel (Heijen), hoogappele (Nunhem), hááge éppel (Amstenrade), (voorboden van strenge winter).  haagappele (Margraten), -  haagappel (Amby, ... ), haagappele (Echt/Gebroek, ... ), haagappelen (Uikhoven), aanein deËrehèk (kort).  haagappele (Maasbracht), de bessen noemt men haagappelen  haagappelen (Geulle), de roode vruchten haagappele  haagappele (Schinnen), de vrucht heet haag-appel  haag-appel (Mheer), de vruchten noemt men haagappels  haagappels (Gennep, ... ), haagappelen.  āgápələ (Lanklaar), of vrucht vd meidoorn  āgapəl (Meeswijk), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  (h)agapələ (Mechelen-aan-de-Maas), aagappelen (Stokkem), āgapələ (Rekem), ha.gapəl (Stokkem), haagappelen (Boorsem, ... ), hagappel (Eisden), haogappele (Beverst, ... ), haôgappels (Kettenis), hāgappələ (Lanaken), hāx-appələ (Zichen-Zussen-Bolder), hoagappele (Mal), hougappele (Zichen-Zussen-Bolder), hō.gappele (Rosmeer), hōgəappəl (Wellen), hōͅgappəl (Vroenhoven), hōͅgapəl (Martenslinde), hōͅgapələ (Opgrimbie), hōͅxaplə (Genoelselderen), hoͅgappəl (Sint-Huibrechts-Hern), zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  āg-apələ (Mechelen-aan-de-Maas), āgapəl (Rekem), ha:xapəl (Beringen, ... ), haagappel (Amby, ... ), haogappel (s-Herenelderen), haoëgappel (Bilzen), haxappəl (Riksingen), hāṣgappələ (s-Gravenvoeren), hōͅg-apəl (Martenslinde, ... ), hōͅgapəl (Opgrimbie), hōͅəgapələ (Vliermaal), hoͅgapəl (Bilzen), ōgapələ (Rotem), haagappeltje: (h)aageppelkes (Hasselt), haag äppelkes (Boekend), hage-eppelkes (Voerendaal), (zegspers. onzeker).  haogêppelkes (Bilzen), -  (h)aogêppelkes (Bilzen), haagappelkes (Maasbree), haòg - appelkes (Eijsden), de vruchten worden genoemd haagäppelkes  haagäppelkes (Blerick), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  hāgeppəlkəs (Lanaken), hāgeͅpəlkəs (Gelieren/Bret, ... ), haagbeer: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  haagberen (Loksbergen), haagbiere (Niel-bij-As), haogbēren (Diepenbeek), zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  hāgbērə (Loksbergen), haagbeertje: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  huugbeerkes (Paal), haagkersje: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  hoogkioskes (Mopertingen), haagpikken: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  haachpikkə (Kuringen), haamappel: haam’appel (Bleijerheide, ... ), haanappel: aanappel (Sittard, ... ), aanappele (Dieteren), aaneappel (Schinveld), haanappel (Herten (bij Roermond), ... ), crataegus  aanappel (Sittard), WLD meidoorn (crataegus)  aanappel (Doenrade, ... ), haanappeltje: aan-eppelke (Doenrade), aan-eppelkes (Sittard), aaneppelkes (Sittard, ... ), haan eppelkes (Heerlerheide), aanhangsel N92 voor Sittard  aan-èppelke (Sittard), idiosyncr. rode vruchtjes v/d meidoorn  aan-èppelke (Sittard), haarappel: haarappel (Heer), haasappeltje: haas eppelkes (Blerick), hagelap: a/ge/lep (Lutterade), agelappen (Geleen), hagelappen (Geleen, ... ), hagelĕp (Guttecoven), #NAME?  hageleppe (Nieuwstadt), hageleppe in t meerv.  hagelep (Einighausen), hagelappel: hagelappel (Baarlo, ... ), hāgelappel (Grevenbicht/Papenhoven), -  hagelappel (Kessel), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  āəgəlapələ (Maaseik), zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  hagelappel (Maaseik), hagelappeltje: hageleppelke (Venlo, ... ), hageleppelkes (Venlo), (haagappels) de oude naam  hageleppelkes (Venlo), ? / Meidoorn  hageleppelkes (Venlo), hagenappel: ageneppel (Munstergeleen), hagenappel (Genooi/Ohé, ... ), hagenäppel (Rimburg), hagenappeltje: hageneppelkes (Hoensbroek), de vrucht zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  hoageppelkes (Hoeselt), hagenbeer: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  hōgəby(3)̄ərə (Wellen), zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  haagəbeerə (Kermt), hagenbol: -  hageböl (Dilsen), hagendoornsbeer: zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  hagedooresberen (Peer, ... ), hagenkul: hôgëkùl (Tongeren), hagenpinkel: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  hagepinkele (Lontzen), hagenprinkel: zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  hagepreenkele (Montzen), haneappel: anenappel (Brunssum), haaneappel (Schinveld), haaneppel (Schaesberg), hane-appel (Heerlen, ... ), -  hane-appel (Waubach), haagappels  haneäppel (Heerlen), haneappeltje: -  hane-eppelkes (Waubach), haneeppelkɛs (Eygelshoven), hanenkul: hanekulle (Horn), haneköle (Thorn), haneköllen (Posterholt), hōnəkøͅylə (Sint-Truiden), #NAME?  hauwenekeul (Jeuk), vrucht vd hondsroos, [Rosa canina]  hônëkùllë (Tongeren), hanenpik: hanepik (Eys), zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  hānəpikə (Welkenraedt), hanenpikkel: hanepikkel (Epen), de vruchten heten hanepikkele  hanepikkele (Vijlen, ... ), hanenpink: zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  hānəpiŋk (Eupen), hegappel: hegappel (Blitterswijck, ... ), hegáppel (Castenray, ... ), hekàppel (Nederweert), hèkappel (Baarlo), hék-appele (Noorbeek), zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  he͂ͅxapəl (Sint-Huibrechts-Lille), hegappeltje: heg-eppelkes (Meerlo), -  hekeppelke (Baarlo), heggenappel: hekkenappel (Oirsbeek), hèkkenappel (Puth), èkkenappel (Puth), heggenappeltje: hegge-eppelkes (Baarlo), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  hegge eppelkes (Zutendaal), zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  heggeëppelkes (Zutendaal), heggenbeertje: hêkkebieërke (Neeritter), heggenroosje: heggeroosje (Kerkrade), hegkers: e = e/i  hek kers (Sevenum), hennenbik: eigenl. bik (eten) voor de hennen (kippen): de kippen zullen de afgevallen bessen wel lusten: z. L.J. p. 65  hinnebik (Zonhoven), kermiskersje: [ker6m6skjeskas*]  kermiskersjes (Lommel), kern: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  kiënen (Heusden), kersje: keersjkas (Posterholt), keesjen (Guttecoven), keesjkes (Guttecoven), kēēsch-kes (Schimmert), kēēsjkes (Munstergeleen), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  keͅskös (Oostham), klijsterbeer: (lijsterbessen).  klistərbīrə (Meeuwen), klotsbeer: klots is een schietpijp zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  klotsbeeren (Houthalen), knakker: (steeds in het meerv.).  knakkers (Lanaken), koekenwelle: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  koukenwelle (Lanaken), kornoelje: -  kernoelies (Heythuysen), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  kərnulə (Borgloon), kral: kralle (Helden/Everlo), (a als in vallen).  kralle (Oirlo), alg. benaming voor dit soort bessen, maar niet specifiek voor de meidoorn  krallen (Ysselsteyn), naar mijn mening gebruikt in algemene zin voor alle bosvruchten  kralle (Venlo), kralletje: krélkəs (Baarlo), kriek: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  krêkə (Meeuwen), zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  krieken (Oostham), lijsterbes: -  liester besse (Venlo), lijsterkaarsje: in t algemeen. (liester = lijster).  liester keerskes (Asenray/Maalbroek), meelappeltje: meelappeltje (Zonhoven), meelbeer: méélbeere (Tungelroy), -  mailbee:r (Stramproy), mêlbieren (Weert), meelbeertje: mêlbearke (Hunsel), -  mêlbierkes (Weert), rode bessen van de meidoorn  maelbieërkes (Altweert, ... ), meidoornbes: -  meidoornbessen (Swalmen), miemert: miemerte (bessen) (Heythuysen), mikkenbrood: mikkebrood (Zonhoven), z. L.J. p 65  mikkebroet (Zonhoven), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  mekəbrut (Zonhoven), zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  mekkəbrud (Zonhoven), papenkul: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  papekille (Gruitrode), papenmuts: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  papemutsen (Rekem), pikker: zie ook ZND01, a-m en ZND24, 039b, apart ingevoerd  pikker (Achel), rode beer: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  rooi bèren (Peer), ruiə beren (Linkhout), rode bes: -  roe besse (Kerkrade), rode kersjes uit de h.: -  roo keesjkes oet de dörrehik (Limbricht), rood beertje: raai berikes (Uikhoven), -  roeibeerkens (Zonhoven), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  rooi beerkes (Peer), rood bolletje: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  roeij bøləkəs (Kwaadmechelen), sleen: slèène (Stokkem), (meidoorn) donkerblauw rood  sjliène (Beesel), snijkriek: zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  snīəkrēkən (Opglabbeek), snotsbel: snotsch belle (Mesch), snötsbelle (Maastricht), snotterbel: snoterbelle (Thorn), snukbeer: zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  snokbeeren (Eksel), spikkelenbeer: spekələbērə (Helchteren), spikken: spekə (Sint-Truiden), spekələ (Houthalen), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  speͅkə (Sint-Truiden), spikke (Gutshoven, ... ), spikken (Nieuwerkerken, ... ), spikkə (Herk-de-Stad), zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  spekə (Halen), spik (Wellen), spikke (Bommershoven, ... ), spoekel: gegeven: joop; Koenen: vrucht vd haagdoorn of de meidoorn; rozebottel  spukəl (Niel-bij-St.-Truiden), tekenbrood: zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  tekəbrut (Zonhoven), varkensbeer: -  vaerkesbiehre (Genk), vroeger  vêrkesbiere (Maaseik), zie ook ZND01, a-m en u 79, apart ingevoerd  verkesbieren (Neeroeteren), verkesbieəren (Opoeteren), verkəsbirən (Opglabbeek), vɛrkəsbīərə (Neerglabbeek), varkenskers: verkes keerse (Swalmen), verkes keese (Montfort), verkeskeers (Montfort, ... ), verkeskiërs (Beesel), verk’skeers (Asenray/Maalbroek), vĕrkeskeers (Beegden), vĕrkeskees (Beegden), vèrkes keers (Sint-Odiliënberg), (haagdoorn)  verkeskièrs (Beesel), varkenskersje: (van kersen).  verkeskeerskes (Herten (bij Roermond)), -  verkes-keersje (Posterholt), welappel: zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  weͅlapəl (Hamont), wormpje: wurmkes (Meijel) besjes vd haagdoorn || De doornachtige heester met langwerpige bladeren en harde blauwe wrange vruchten (sleedoorn, sleepruin, sleien, trekkebek, bels, slendoorn, slien, biels). [N 82 (1981)] || haag- of meidoorn, met witte bloemen [ZND 24 (1937)] || haagappel [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] || haagappel, kleine steenvrucht vd haag- of meidoorn [ZND 24 (1937)] || haagappel, vrucht vd hagedoorn || haagbessen, wilde — || haagdoorn || haagdoornvrucht || hagedoornvrucht || kleine rode besjes aan de meidoorn [snottebelle] [N 38 (1971)] || meelappeltje, vrucht van de meidoorn || meidoorn [DC 13 (1945)], [Goossens 1b (1960)], [Goossens 1b (1960)], [N 92 (1982)] || meidoorn (crataegus) [N 92 (1982)] || meidoorn, vrucht (Crataegus) [DC 69 (1994)] || meidoornbes || meidoornvrucht || meidoornvruchtje [N 92 (1982)] || meidoornvruchtjes || rode vruchtjes v/d meidoorn [N 92 (1982)] || vrucht van de meidoorn [DC 13 (1945)] III-4-3