18293 |
kapmantel |
baban:
[sic]
babaon (Q038p Amstenrade),
caban (fr.):
caban (Q095p Maastricht),
cabaon (L434p Limbricht),
cabon (Q035p Brunssum, ...
Q098p Schimmert),
ka.ba. (P055p Kermt),
ka.baŋ (P218p Borlo),
ka.bâ (L422p Lanklaar),
kaabouw (Q204a Mechelen),
kabaai (L353p Eksel, ...
L353p Eksel,
L353p Eksel),
kaban (L286p Hamont, ...
L377p Maasbracht,
Q095p Maastricht,
L312p Neerpelt,
L420p Rotem,
Q098p Schimmert,
L289p Weert),
kabang (Q038p Amstenrade, ...
Q193p Gronsveld,
Q187a Heugem,
K317p Leopoldsburg,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q192p Margraten,
Q033p Oirsbeek,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
Q104p Wijk),
kabang, kebang (Q095p Maastricht),
kabao (Q198p Eijsden, ...
L426z Holtum,
Q111p Klimmen,
Q204a Mechelen,
Q204a Mechelen,
Q198b Oost-Maarland,
Q198b Oost-Maarland),
kabao met kéép (L326p Grathem),
kabaŋ (P050p Herk-de-Stad),
kabā (P044p Zelem),
kaba͂ (L360p Bree, ...
P175p Gingelom,
Q176a Ketsingen,
Q158p Riksingen,
Q158p Riksingen,
Q209p Teuven,
Q079a Wintershoven),
kaba͂n (Q162p Tongeren),
kaba͂o (Q111p Klimmen),
kabbōa (L378p Stevensweert),
kabo (Q077p Hoeselt, ...
Q196p Mheer),
kaboa (L326p Grathem),
kabon (Q156p Borgloon, ...
Q180p Mal),
kaboo (L320a Ell),
kabouw (Q204a Mechelen),
kabōn (Q187a Heugem),
kabōͅ (Q009p Mechelen-aan-de-Maas, ...
Q012p Rekem,
Q162p Tongeren,
Q080p Vliermaal),
kabōͅn (Q011p Boorsem),
kabŏ (P222p Opheers, ...
Q093p Rosmeer,
Q178p Val-Meer,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
kabo͂ (L430p Einighausen, ...
L286p Hamont),
kabo͂ͅ (Q162p Tongeren),
kabà (K278p Lommel),
kabòò (L426p Buchten),
kapoo (L318b Tungelroy),
karbang (Q095a Caberg),
kḁbḁ̄ (Q156p Borgloon),
kḁbŏ (Q177p Millen),
keban (L317p Bocholt, ...
L325p Horn,
Q014p Urmond),
kebang (L429p Guttecoven, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen),
kebao (L322a Nunhem, ...
L322a Nunhem,
Q014p Urmond),
kebas (L432p Susteren),
keboa (K318p Beverlo),
kebon (L432p Susteren),
kebòò (L322p Haelen),
kəba: (P107a Rummen (WBD)),
kəbaŋ (L316p Kaulille),
kəbā. (P174p Velm),
kəbá͂.- kəbá͂.kə (L420p Rotem),
kəba͂ (P049p Donk (bij Herk-de-Stad), ...
P108p Grazen (WBD),
Q078p Wellen),
kəbo (Q007p Eisden),
kəbōͅ (L360p Bree),
kəbŏn (Q096c Neerharen),
kəbo͂ͅ (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
Fr. caban.
kaban (L360p Bree, ...
Q003p Genk),
franse uitspraak
kaban (L360p Bree),
geen verschil met II
kabang (Q104p Wijk),
Uitspr. als Fr. cabon.
kabao (Q111p Klimmen),
Vgl. Fr. caban.
kebao (Q011p Boorsem),
vooral tegen de regen
kebo͂ͅ (Q076p Romershoven),
ZND35,011b: [neen].
eene kabaon (P181p Muizen),
kəbo͂ (Q156p Borgloon),
ZND35,011b: Bij sommige menschen die dit kledingstuk misschien geerfd hebben.
kabaaə (P052p Schulen),
ZND35,011b: Bij tamelijk bemiddelde lui.
kobou (Q001p Zonhoven),
ZND35,011b: Broer 9j.
kebou (L422p Lanklaar),
ZND35,011b: Niet meer in voege.
ene kapbou (Q180p Mal),
cache-misre (<fr.):
cache-misère (Q198p Eijsden),
[Scherts.?, rk]
cache-misère (Q198p Eijsden),
cape (eng.):
cape (L270p Tegelen),
cápe (L297p Belfeld),
kape (Q095p Maastricht),
keep (L269p Blerick, ...
L269p Blerick,
L381p Echt/Gebroek,
Q015b Kerensheide,
Q036p Nuth/Aalbeek,
L216p Oirlo,
L329p Roermond,
L266p Sevenum,
Q015p Stein,
Q014p Urmond,
L210p Venray),
eertijds werd deze ook wel CABAN genoemd, maar dit woord is verdwenen
keep (L270p Tegelen),
Eertijds werd deze ook wel CABAN genoemd, maar dit woord is verdwenen
keep (L270p Tegelen),
informant is er niet zeker van
keep (L299p Reuver),
speciaal tegen regen
keep (L192p Bergen),
cape (eng.) met capuchon (fr.):
keep met capuchon (Q020p Sittard),
cape (eng.) met kap:
keep met kap (L269p Blerick),
capeline (fr.):
kapəlin (Q009p Mechelen-aan-de-Maas, ...
Q012p Rekem),
ZND35,011b: [neen].
kapeline (P176p Sint-Truiden),
capemantel (<eng.):
keepmangkel (L290a Egchel),
keepmankel (L290a Egchel),
capuchon (fr.):
kapəšo͂ͅn (Q007p Eisden),
kàppúsjòo͂ (P176p Sint-Truiden),
cloche (fr.):
Van Dale (FN): cloche, manteau - wijdvallende mantel.
klosse (P107a Rummen (WBD)),
kloͅšj (P048p Halen),
ZND35,011b: [neen]. Van Dale (FN): cloche, manteau - wijdvallende mantel.
klos (Q089p Martenslinde),
clochemantel (<fr.):
ZND35,011b: Bij oude vrouwen wanneer ze ter kerke gaan. Van Dale (FN): cloche, manteau - wijdvallende mantel.
eine klosmantel (L356p Grote-Brogel),
dominie:
[sic]
dominie (L216p Oirlo),
falie:
falie (L269a Hout-Blerick),
fuik:
foek (Q020p Sittard),
[sic]
fōēk (Q111p Klimmen),
ook hoek, huik. Kil. focke. [WNT: fuik (I), 4) Waarschijnlijk hetzelfde woord is fuik in den zin van kiel (kleedingstuk)]
foek (Q101p Valkenburg),
halsneusdoek:
Duidt op neusdoek maar het woordje neus heeft hier geene betekenis. ZND35,011b: Bij eenige oude moedertjes.
halsneuzek (Q156a Groot-Loon),
holle mantel:
ZND35,011b: Bij de rijken.
hole maantel (P218p Borlo),
huik:
Van Dale: I. huik, 1. lange kapmantel zonder mouwen, voorheen zowel door mannen als door vrouwen gedragen.
hōēk (Q111p Klimmen, ...
Q111p Klimmen),
zie i.v. foek.
hoek (Q101p Valkenburg),
huikmantel:
Van Dale: I. huik, 1. lange kapmantel zonder mouwen, voorheen zowel door mannen als door vrouwen gedragen.
hoekmantjel (L331p Swalmen),
kap:
kap (P222p Opheers),
’n kap (L163p Ottersum),
ZND35,011b: Alleen nog bij eenige oude boerenmenschen.
inne kap (Q002p Hasselt),
ZND35,011b: Bij oude menschen.
in kap (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
kapjas:
ka.pja.s (P048p Halen),
kapjas (Q101p Valkenburg),
kapmantel:
een kapmantel (K353p Tessenderlo),
ka,pma.ntəl (L416p Opglabbeek),
ka.pma.ntəl (P048p Halen, ...
L372p Maaseik,
L371p Ophoven,
L423p Stokkem),
ka.pma.ŋtəl (L422p Lanklaar),
ka.pmāntəl (P176p Sint-Truiden),
kabmantəl (K278p Lommel),
kaopmaontəl (L416p Opglabbeek),
kapma:ntəl (Q079a Wintershoven),
kapmaansel (L159a Middelaar),
kapman`əl (K314p Kwaadmechelen),
kapmangkel (L270p Tegelen),
kapmanjtel (L322p Haelen),
kapmankel (L295p Baarlo, ...
L270p Tegelen),
kapmanktel (Q117a Waubach),
kapmantel (Q038p Amstenrade, ...
Q019p Beek,
Q106p Bemelen,
K318p Beverlo,
L360p Bree,
L247p Broekhuizen,
L292p Heythuysen,
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek,
Q039p Hoensbroek,
Q077p Hoeselt,
Q111p Klimmen,
K314p Kwaadmechelen,
K278p Lommel,
P051p Lummen,
L265p Meijel,
L321p Neeritter,
L312p Neerpelt,
Q117p Nieuwenhagen,
Q098p Schimmert,
Q098p Schimmert,
P176p Sint-Truiden,
Q020p Sittard,
L374p Thorn,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert,
L289p Weert),
kapmantjel (Q035p Brunssum, ...
L320a Ell,
L322p Haelen,
L330p Herten (bij Roermond),
L434p Limbricht,
Q022p Munstergeleen,
Q022p Munstergeleen,
L321p Neeritter,
Q032a Puth,
L329p Roermond,
L378p Stevensweert,
L378p Stevensweert,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy),
kapmantəl (L282p Achel, ...
K358p Beringen,
K358p Beringen,
K358p Beringen,
K358p Beringen,
K318p Beverlo,
K318p Beverlo,
L317p Bocholt,
K361a Boekt/Heikant,
Q156p Borgloon,
Q156p Borgloon,
L360p Bree,
L360p Bree,
L360p Bree,
Q071p Diepenbeek,
Q071p Diepenbeek,
P049p Donk (bij Herk-de-Stad),
Q086p Eigenbilzen,
Q086p Eigenbilzen,
Q007p Eisden,
Q003p Genk,
Q170p Grote-Spouwen,
P048p Halen,
Q002p Hasselt,
L316p Kaulille,
P055p Kermt,
P055p Kermt,
L422p Lanklaar,
K317p Leopoldsburg,
P046p Linkhout,
K278p Lommel,
P051p Lummen,
L372p Maaseik,
K357p Paal,
K357p Paal,
Q093p Rosmeer,
L420p Rotem,
K353p Tessenderlo,
P044p Zelem,
P044p Zelem,
K361p Zolder),
kapmāntel (P107a Rummen (WBD)),
kapmāntəl (Q076p Romershoven, ...
P054p Spalbeek,
Q209p Teuven,
Q080p Vliermaal),
kapmäntel (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
kapmäntjel (L430p Einighausen),
kāpmantəl-kāpmantəls-kāpmeͅntəlkə (L368p Neeroeteren),
kápmantəl (K278p Lommel),
kápmántəl (L352p Hechtel),
nə kapmantəl (Q003p Genk),
nə kapmāntəl (P176p Sint-Truiden),
ZND35,011b: [ja].
nə kapmantəl (Q083p Bilzen),
ZND35,011b: [neen.]
ēͅinə kapmantəl (L360p Bree),
ZND35,011b: [neen].
eine kapmantel (L360p Bree, ...
L366p Gruitrode,
L415p Opoeteren),
enne kapmantel (L368p Neeroeteren),
eͅnə kapmāntəl (Q071p Diepenbeek),
ine kapmantel (L363p Ellikom),
inne kapmantel (P058p Stevoort),
kapma-ntel (Q078p Wellen),
kapmantel (L317p Bocholt, ...
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden,
P121p Ulbeek),
kapmantəl (L414p Houthalen),
ne kapmantel (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
nə kapmāntəl (Q001p Zonhoven),
n’en kapmantel (P045p Meldert),
ənə kapmāntəl (L286p Hamont),
ənə kapmmantəl (L415p Opoeteren),
’n kapmantel (Q002p Hasselt),
’ne kapmantel (L420p Rotem),
ZND35,011b: [neen]. Een andere informant voor Diepenbeek, die echter geen opgave meedeelt, noteert voor ZND35,011b: Hier en daar nog een enkel geval. Bij een zeer oud vrouwtje (slechts 1 op 7000 inwoners).
enne kapmāntel (Q071p Diepenbeek),
ZND35,011b: [neen]. Een andere informant voor Zichen-Zussen-Bolder, die echter geen opgave meedeelt, noteert voor ZND35,011b: Bestaat niet meer. Heeft over 30 jaar wel bestaan.
kapmāntəl (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
ZND35,011b: [neen]. NB: Wel een teruggestuurde lijst, maar geen opgaven voor P 186, P 188, P 192 (niet meer in gebruik), P 195 en P 214.
kapma͂ntel (P193p Mettekoven),
ZND35,011b: [neen]; Niet meer in gebruik.
ənə kapmāntəl (Q088p Lanaken),
ZND35,011b: [niet meer].
kapmantel (P121p Ulbeek),
ZND35,011b: Bestaat in mijn woonplaats niet meer.
inne kapmaəntəl (P117p Nieuwerkerken),
ZND35,011b: Bestaat niet meer.
kapmantel (L358p Reppel),
ZND35,011b: Bestaat nog bij eenige oude luidjes.
ənə kapmaantel (L286p Hamont),
ZND35,011b: Bestaat nog bij oude vrouwen.
kapmantel (K360p Heusden),
ZND35,011b: Bestaat nog veel.
een kapmantel (K315p Oostham),
ZND35,011b: Bij bejaarde vrouwen.
kapmantel (K360p Heusden),
ZND35,011b: Bij de oude vrouwen.
ne kapmantel (K316p Heppen),
’n kapmantel (L316p Kaulille),
ZND35,011b: Bij drie à vier vrouwen van onze gemeente nog. Zij zijn zeer oud.
ijne kapmantel (L368p Neeroeteren),
ZND35,011b: Bij heel oude boerenvrouwtjes.
eine kapmantel (L415p Opoeteren),
ZND35,011b: Bij oude menschen.
een kapmantel (L364p Meeuwen),
ZND35,011b: Bij oude vrouwen (boeren).
nə kapmantəl (K318p Beverlo),
ZND35,011b: Bij oude vrouwen.
eine kapmantel (L317p Bocholt),
ne kapmantel (P046p Linkhout),
ZND35,011b: Bij oude vrouwmenschen.
kapmaantel (L312p Neerpelt),
ZND35,011b: Bij oude vrouwspersonen.
é nə kapmantəl (Q007p Eisden),
ZND35,011b: Bij vrouwen van boven de 60 jaar.
ne kapmantel (K359p Koersel),
ZND35,011b: Dit bestaat niet meer.
ene kapmantel (L355p Peer),
ZND35,011b: Dit gebruik bestaat hier nog bij oude vrouwen.
kapmantel (K353p Tessenderlo),
ZND35,011b: Dit is van over een 40 jaren uit de mode. NB: Wel een teruggestuurde lijst, maar geen opgaven voor Q 010 en Q 012.
ene kapmantel (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
ZND35,011b: Enkel nog bij eenige bejaarde boerenvrouwtjes.
kapmantel (K357p Paal),
ZND35,011b: Enkele oudjes dragen dit nog.
’n kapmantel (Q083p Bilzen),
ZND35,011b: Gebruik nu verdwenen.
ejnə kapmantəl (L416p Opglabbeek),
ZND35,011b: Gedragen door oude personen.
’ne kapmaantel (L282p Achel),
ZND35,011b: Het is heel zeldzaam meer in Neeroeteren. Vroeger (over 40 à 50 jaren) droegen alle getrouwde vrouwen zulk een kapmantel.
ein kapmantel (L368p Neeroeteren),
ZND35,011b: Het verdwijnt meer en meer en wordt nog gedragen door een of ander oude jonge dochter.
kapmantel (P057p Kuringen),
ZND35,011b: Meestal bij de oudste inwoners nog; doch meer en meer afwijking van de traditie.
ne kapmantel (L355p Peer),
ZND35,011b: n Tiental oude vrouwkens uit den minderen stand.
ne kapmantel (K318p Beverlo),
ZND35,011b: Nog enkele bij heel oude vrouwtjes (maar verdwijnen).
kapmantel (P056p Stokrooie),
ZND35,011b: Nu niet meer. Over een drietal jaren nog een paar oude boerinnen.
’n kapmantel (L316p Kaulille),
ZND35,011b: Oude lieden.
kapmantel (L314p Overpelt),
ZND35,011b: Oude menschen.
een kapmantel (K278p Lommel),
kapmantel (L352p Hechtel),
ZND35,011b: Oude, meestal boerenvrouwen.
’n kapmantel (K357p Paal),
ZND35,011b: Vroeger in gebruik, nu niet meer te zien in de gemeente.
nɛ kapmantel (K278p Lommel),
ZND35,011b: Zeer zeldzaam bij heel oude vrouwen.
kapmantel (L413p Helchteren),
ZND35,011b: Zeer zeldzaam. Nog bij zeer ouderwetsche vrouwen.
kapmantel (L362p Opitter),
kapmanteltje:
kapmentelke (L312p Neerpelt),
kapoel:
[sic]
kapool (Q121a Chèvremont),
kapoets:
kaboets (Q121c Bleijerheide, ...
Q211p Bocholtz),
kaproen:
[sic]; Van Dale: kaproen, 1. (oudt.) muts, kap met een op de schouders afhangend deel, dikwijls in onderscheidende kleuren.
kaproi (L353p Eksel),
keizermantel:
keizermantel (Q039p Hoensbroek),
kerkmantel:
ZND35,011b: Oude vrouwen (niet veel gebruikt).
kerkmantəl (L355a Linde),
klokkenkast:
ZND35,011b: [neen].
ein klokkekast (L415p Opoeteren, ...
L415p Opoeteren),
lakenkapmantel:
ZND35,011b: Bij oude vrouwen.
nə lakekapmantel (K357p Paal),
lakenmantel:
ZND35,011b: Bij oude vrouwen.
nə lakemantel (K357p Paal),
ZND35,011b: De laatste werd gedragen in 1920 door bemiddelde personen.
ənə lākə mantəl (P050p Herk-de-Stad),
mantel:
inne mantel (P054p Spalbeek),
mankel (L266p Sevenum),
manktel (Q121p Kerkrade),
mantel (Q180p Mal, ...
P045p Meldert),
mantjel (L432p Susteren),
mantəl (K361a Boekt/Heikant, ...
Q002p Hasselt,
P046p Linkhout,
Q178p Val-Meer),
mantille
manteͅl (P218p Borlo),
ZND35,011b: Ik herinner me er ooit zoo één gezien te hebben, gedragen door een oud vrouwke. t Gebruik is uiterst zeldzaam tegenwoordig.
ma:ntəl (P197p Heers),
mantel met capuchon (fr.):
manjtel met capuchon (Q030p Schinveld),
mantel met een muts:
mantəl med ən møtš (Q209p Teuven),
mantelet (fr.):
Van Dale (FN): mantelet, (vrouwen)kapmanteltje.
mantjelet (L318b Tungelroy),
mantille (fr.):
mantil (Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
mantəli (Q071p Diepenbeek),
məntili (Q007p Eisden),
Fr. Mantelet, mantille, manteline.
mantielie (Q095p Maastricht),
Van Dale (FN): mantille [maatij], (vrouwen)manteltje
mantī (Q002p Hasselt),
Van Dale (FN): mantille, mantilla, mantille: hoofddoek. Van Dale: mantille (Fr.) 1. (hist.) hoofddoek met lange punten die voor de borst of op de rug samengeknoopt werden; - 2. korte vrouwenmantel zonder mouwen, van enigszins kostbare zwarte stof.
mantilə (Q162p Tongeren),
Vroeger, wordt nu niet meer gedragen.
mantelie (L269p Blerick),
mantilletje (<fr.):
Alleen verkl. Vero.
mantielke (L329p Roermond),
oudertijdse kapmantel:
oͅwərtetšə kapmantəl (Q209p Teuven),
pelerine (<fr.):
pelderien (Q096a Borgharen, ...
L387p Posterholt),
peldrīēn (L331p Swalmen),
pelerien (L374p Thorn),
pelleriem (Q036p Nuth/Aalbeek),
pellerien (L269p Blerick, ...
Q039p Hoensbroek,
L265p Meijel,
Q033p Oirsbeek,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
pellerin (Q002p Hasselt, ...
P177p Zepperen),
peləren (Q002p Hasselt, ...
Q002p Hasselt),
prelien (Q028p Jabeek),
ZND35,011b: [neen].
pelderinne (Q091p Veldwezelt),
pellerinne (Q002p Hasselt),
pɛlərin (P197p Heers),
ZND35,011b: [neen]. NB: Wel een teruggestuurde lijst, maar geen opgaven voor Q 158 en Q 168a.
pellerin (Q162p Tongeren),
ZND35,011b: [neen]. Nooit anders gekend dan kapmantel.
pelerin ? (Q002p Hasselt),
ZND35,011b: Bij bejaarde vrouwenpersonen.
pelerini (L372p Maaseik),
ZND35,011b: Bij kinderen.
pelderin (L368p Neeroeteren),
ZND35,011b: Bij sommige kinderen als regenmantel.
parelien (P219p Jeuk),
pelerinetje (<fr.):
ZND35,011b: Oude menschen.
een pellerine’en (K278p Lommel),
schoudermantel:
ZND35,011b: Bestaat nog bij eenige oude luidjes.
schouwermaantel (L286p Hamont),
wijde, losse mantel:
wiĕj-je losse mantel (Q111p Klimmen)
|
caban || caban: caban || caban: schoudermantel met kap || damesmantel; inventarisatie vero uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 25 (1964)] || een kapmantel (ruime vrouwenmantel die meestal gedragen werd om naar de kerk te gaan) [ZND 35 (1941)] || fuik || huik, vrouwenmantel || jak; inventarisatie overige soorten; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || kapmantel || kapmantel, grote zwarte ~, zeer ruime aan de hals gerimpelde cape die tot de voeten reikt en voorzien is van een grote muts [mantielie] [N 25 (1964)] || mantille || schoudermantel met kap || schoudermantel om tegen regen te beschutten || schoudermantel, lange ~ zonder mouwen maar met een kap [kapmantel, kabang, kaban, foek, hoek, schommantel] [N 23 (1964)] || vrouwenmantel met grote kap
III-1-3
|