e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kloostermop boer: bur (Sint-Truiden), boertje: burkǝ (Houthalen), broodje: brytjǝ (Maasbree), duitse brik: dytšǝ brek (Klimmen), een rekemse: nǝ rekǝmsǝ (Kuringen), grote brik: grwotǝ brek (Boorsem), grǫwtǝ brek (Bilzen), grote kareel: grūtǝ krēl (Sint-Truiden), kistje: keskǝ (Rumpen), klomp: klømp (Sittard), kloostermop: kl ̇ūstǝrmǫp (Weert), kloostermop (Merselo), klǫastǝrmǫp (Venray), (mv)  klū.stǝrmø̜pǝ (Kerkrade), kloostersteen: klōǝstǝrstęjn (Leuken), klǫstǝrstiǝn (Meijel), lange steen: laŋǝ štęjn (Munstergeleen), moelkrabbe: mulkrabǝ (Weert), mop: mǫp (Haler), muiskareel: mǫwskrēl (Bevingen), oude baksteen: ājǝ bakštęj.n (Tegelen  [(meervoud: ājǝ bakšt ̇ęjn)]  ), oude brik: ā brek (Hoeselt), ouderwetse brik: awǝrwɛtsǝ brek (Klimmen), pruis: prȳs (Tegelen), rekemse brik: rē̜kǝmsǝ brek (Bree), rekemse steen: rēkǝmsǝ stī̄jn (Kaulille), rē̜kǫmsǝ stējǝn (Lommel), rɛkǝmsǝ stī̄ǝn (Kleine-Brogel), rijnse maat: rinsǝ mǭǝt (Ulestraten), waalvorm: walvorm (Koersel), wǭlvørm (Tessenderlo), wǭlvǫrm (Paal), wǭǝlvørǝm (Lummen), walenvorm: wǭlǝvø̜rǝm (Tessenderlo) Oude gebakken metselsteen, groter dan de normale baksteen. Coopman (pag. 65) noemt deze steensoort ɛreuzenmopɛ en merkt erover op: ø̄̄werden vroeger in N.-Nederl. gebakken voor groote gebouwen. Heden niet meer. In vorige eeuwen waren zij 30, soms 40 duim lang. - In Vlaanderen noemde men en noemt men heden nog dergelijke maar kleinere steenen ɛkloostermoefenɛ.ø̄̄' [N 30, 53a; monogr.] II-8