e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mannenonderhemd boezeroentje: bazaroentje (Ittervoort), borstrok: borsrok (Venlo), borstrok (Amstenrade), bosrok (Kerkrade), bòrsrok (Roermond), borststoep: borssjtoep (Hoensbroek), flanel: WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.  flenèl (Panningen), flanelletje: WNT: flanel, ontl. aan fr. flanelle uit eng. flannel. 1) Als stofnaam [...]; - 2) Als voorwerpsnaam. Kleedingstuk van de onder 1) genoemde stof, bestemd om op het bloote lichaam te worden gedragen. Een flanel wordt gewoonlijk over de geheele lengte met knoopen gesloten en heeft geen of korte mouwen.  flanelke (Roermond), flanelleke (Nieuwstadt), flenèlke (Panningen), hemd: haemd (Sevenum), haemt (Oirsbeek), heemt (Heerlerheide), hem (Lommel), hemd (Horst, ... ), hemp (Posterholt, ... ), hemə (Bree), heͅm (Lommel), himd (Mesch), himme (Bree), hīmə (Tongeren), humme (Beek, ... ), humme [høͅmə} (Neerharen), hymə (Mechelen-aan-de-Maas), hèmme (Heerlen), hèèmdj (Haelen), hémme (Nieuwenhagen), hémp (Baarlo), höme (Waubach), hömp (Gronsveld), hømə (Borlo, ... ), ømə (Boorsem), hemdje: heməkə (Hasselt), hummeke (Itteren, ... ), ummeke (Sint-Truiden), hemdslip: hummesslup (Weert), humpsjlup (Sittard), herenhemd: hierehaemp (Reuver), kamizool (<fr.): kaməzoͅl (Bree), lijfje: laajfke (Bilzen), lafkə (Opheers), laifke (Mal, ... ), lefke (Jeuk, ... ), lefkə (Opheers, ... ), lejfkə (Stokkem), lejke (Kanne), lēͅfkə (Sint-Truiden), leͅfkə (Borgloon, ... ), leͅfkən (Lommel), liefke (Beek, ... ), lifke (Sittard), lifkə (Eisden, ... ), lijfke (Caberg, ... ), léjfke (Bree), löfke (Zonhoven), lɛfkə (Tongeren), Hemdje.  lijfke (Eksel), Onder lm. laif.  lêfkë (Tongeren), syn. stèlleke.  lèfke (Diepenbeek), manshemd: maanshemd (Meijel), mans umme (Dilsen), mans(h)immes (Bilzen), mans(h)øm (Boekt/Heikant), manshaemp (Blerick, ... ), manshaemt (Oirsbeek), manshemp (Hout-Blerick, ... ), manshemə (Eigenbilzen, ... ), manshi.mə (Borgloon, ... ), manshimd (Eijsden), manshimme (Bree, ... ), manshimə (Genk, ... ), manshumme (Aldeneik, ... ), manshémd (Mechelen), manshøm (Beverlo), manshømə (Eisden, ... ), manshümə (Maaseik), manzømə (Rotem), mānshøm (Kwaadmechelen), manshemdje: manshiməkə (Vliermaal), manslijfje: manslaaifkes (Bilzen), manslefkə (Beringen), mansleifke (Stokkem), mansluihemd: mansleujhêêmd (Schinveld), mansliehimme (Neeroeteren), mansluhumme (Jabeek, ... ), mansluihummen (Urmond), mansluij hĭmpt (Egchel, ... ), manslujheemp (Brunssum), manslujhemp (Mechelen), manslujhumme (Oirsbeek), mansluuhumme (Nuth/Aalbeek, ... ), mansluuj humme (Tungelroy), mansluuj-hemme (Heerlen), mansluujhaemd (Swalmen), mansluujhaemdj (Nunhem), mansluujhemp (Bocholtz), mansluujhumme (Einighausen), mansluy humme (Schimmert), manslŭŭj-humme (Klimmen), mansløjømə (Rekem), namsluuhumme (Ulestraten), mansluionderhemd: mansluujongerhumme (Echt/Gebroek), mansluishemd: manslüjts-humme (Klimmen), mansslip: manslyp (Zelem), onderhemd: (ongder)himpt (Oost-Maarland), onderhaemp (Venlo), onderhumme (Valkenburg), ondərhem (Hamont), ondərheͅmt (Meijel), ongerhaimd (Maasniel), ongerhemd (Posterholt), ongerhemme (Bleijerheide, ... ), ongerhemp (Simpelveld, ... ), ongerhumme (Klimmen, ... ), ongerhîmme (Kerkrade), oonderheume (Wijk), oonderhimd (Venray, ... ), oonderhūmme (Maastricht), oongerhemme (Schaesberg), oongerhemp (Vaals), ōngerhumme (Maasbracht), u:nərhemə (Opglabbeek), underhemd (Venray), ungerhumme (Puth), ònderumme (Sint-Truiden), òndərhumə (Bocholt), òngerhöhme (Waubach), óndərhem (Kaulille), óngerhemme (Kerkrade), óngerhemp (Roermond, ... ), óngerhumme (Puth), óngerhéémd (Roermond), ôngerhemp (Tegelen), verouderd: hembrok (hemdrok)  onderhemd (Lommel), onderhemdje: ondərhi̯mkə (Hechtel), oonderhummeke (Maastricht), onderlijf: (ónər)laif (Ketsingen, ... ), onderleif (Bilzen), onderlijf (Jeuk, ... ), onderlè:f (Sint-Truiden), ondərleͅif (Velm), onərlî.f (Meeuwen), ŏndərlēͅf (Vliermaal), oͅn(d)ərlēf (Val-Meer), oͅndərleͅf (Hasselt), oͅndərleͅf(kə) (Herk-de-Stad), oͅndərleͅiəf (Brustem), oͅndərleͅīf (Lommel), oͅndərleͅəf (Niel-bij-St.-Truiden), oͅndərlif (Bree), oͅnərlaif (Millen), oͅnərleͅ`f (Hoeselt), oͅnərlif (Mechelen-aan-de-Maas), ungərlewf (Rotem), ònderlèèf (Sint-Truiden), óngerlief (Heerlen, ... ), onderlijfje: (ónder)leifke (Maastricht), o.nderlèfke (Hasselt), onderlaaifke (Bilzen), onderleefke (Wellen), onderliefke (Meerssen), onderlijfke (Hasselt), ondərleͅfkə (Beverlo, ... ), ondərleͅfkən (Lommel), ongerliefke (Mechelen-aan-de-Maas), ongerliejfke (Maaseik), onnerlufke (Zonhoven), onnerlèfke (Diepenbeek, ... ), onərleifke (Genk), onərleͅfkə (Beringen, ... ), onərløfkə (Zolder), onərləfkə (Kermt), onərlɛfkə (Paal), oͅndərlēͅifkə (Zichen-Zussen-Bolder), oͅndərleͅfkə (Halen), oͅndərlifkə (Achel, ... ), oͅndərləfkə (Linkhout), oͅnərlefkə (Leopoldsburg), oͅnərleͅfkə (Riksingen), ònderli-jfke (Bree), òngerliefke (Tungelroy), ónderliefke (Venlo), óngerlief(je) (Kerkrade), óngerlifke (Sittard), Spelling: &lt;`&gt; = sjwa.  ónd`rliefke (Kaulille), Verkl.  ónderlijfke (Maastricht), z. ook o. lijfje.  ó.nnerlöfke (dim.) (Zonhoven), onderslip: ôngerschlup (Schimmert), onderslipje: ongerslüpke (Hoensbroek), onderstel: oͅndəRstel (Hasselt), onderstelsertje: Vero.  o.nderstèlserke (Hasselt), onderstoep: ongerstjuup (Hoensbroek), ôngersjtuup (Hoensbroek), slip: slip (Rosmeer), sløp (Tessenderlo), stoepje: sjtupke (Sittard), stubke (Kerensheide), vrouwluihemd: vrölieheem (Neerpelt), zweethemd: (sjwees-hemme) (Bleijerheide), zweetstoepje: werd onder het hemd gedragen  sjweetsjtüpke (Waubach) (onder)lijfje || 1. onderhemd door mannen gedragen || 2. onderhemd || herenhemd || lijfje, onderhemd met korte mouw || lijfje: onderhemd, kledingsstuk dat het bovenlijf bedekt || Mannenondergoed [N 114 (2002)] || manshemd || Ondergoed voor mannen. [DC 62 (1987)] || onderhemd || onderhemd voor mannen [N 25 (1964)] || Onderhemd voor mannen. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van mannen? [DC 62 (1987)] || onderhemdje || onderlijf || onderlijf(je) || onderlijf, onderhemd || onderlijf: onderkledingstuk voor vrouwen || onderlijfje || onderlijfje (hemdje) || onderlijfje: soort lijfje van b.v. flanel, met een rij knoopjes vooraan, waaraan men rokken en schorten vasthechtte III-1-3