e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onrustig zijn door moerloosheid de koningin zoeken: dǝ kø̄nǝgen zȳkǝ (Stein), de moer zoeken: dǝ mōr zø̄kǝ (Asenray / Maalbroek), fluiten: fluiten (Lommel), heen en weer lopen: hęjn ɛn wēr loapǝ (Beek), huilen: huilen (Herkenbosch), hylǝn (Dilsen), hȳlǝ (Asenray / Maalbroek, ... ), hǭǝlǝn (Tessenderlo), %%men zegt%%  ǝt vǫlk hylt (Venray), jagen: jagen (Hasselt), keken: kēkǝ (Alken), lopen: luǝpǝ (Rummen, ... ), lǫwpǝ (Roermond), onrustig vliegen: onręstex vligǝn (Genk), onrustig zijn: onrøstex zēn (Weert), rouwen: rouwen (Neer), rǫ.wǝn (Diepenbeek), ruisen: rǭwsǝ (Houthalen), ruw om het vlieggat vliegen: ruw om ǝt vlēx˲gāt vlēgǝ (Geistingen), wild lopen: welt lǫwpǝn (Stein) Onrustig of neerslachtig worden van de bijen ten gevolge van moerloosheid. Een volk dat pas moerloos is geworden, is onrustig aan het zoeken; veel bijen lopen aan de voorzijde van de korf of kast. Wanneer de imker een flinke tik geeft tegen de buitenkant van korf of kast, laten de bijen een langgerekte, klaaglijke toon horen, het huilen der bijen. [N 63, 61a;] II-6