25520 |
ovenveger |
afgekeerde bezem:
afgekeerde bezem (L413p Helchteren),
bezem:
bezem (Q001p Zonhoven),
bēzǝm (L414p Houthalen),
bęsǝm (Q083p Bilzen, ...
Q121c Bleijerheide,
Q002p Hasselt,
Q180p Mal,
Q099q Rothem,
P056p Stokrooie),
bɛsm (K278p Lommel),
bɛsǝm (P176b Bevingen, ...
L269p Blerick,
L353p Eksel,
Q021p Geleen,
Q193p Gronsveld,
Q203p Gulpen,
Q113p Heerlen,
Q121p Kerkrade,
P055p Kermt,
L315p Kleine-Brogel,
K278p Lommel,
P176a Melveren,
L314p Overpelt,
Q012p Rekem,
L271p Venlo,
K361p Zolder),
bezem van strooi:
bɛsǝm va štrȳǝ (Q030p Schinveld),
bɛsǝm van strōj (P172p Wilderen),
borstel:
bȳrstal (L372p Maaseik),
bø̜štǝl (Q038p Amstenrade),
bos stro met boonstaak:
bos stro met boonstaak (Q088p Lanaken),
brembezem:
brømbēzǝm (L318b Tungelroy),
brømbɛsǝm (L377p Maasbracht),
brēmbɛsǝm (K359p Koersel),
brɛmbēsǝm (Q003p Genk),
bremmenbezem:
bremmenbezem (L372p Maaseik),
brømǝbø̜jzǝm (L321p Neeritter),
brømǝbɛsǝm (L387p Posterholt),
brø̜̄mǝbɛsǝm (L432p Susteren),
brɛmǝnbɛsǝm (L368p Neeroeteren),
bremwis:
brømwęs (L292p Heythuysen),
bussel:
bøsǝl (K314p Kwaadmechelen),
dweil:
dwē̜jǝl (L269p Blerick),
dwē̜l (L312p Neerpelt),
dwęj.ǝl (L383p Melick),
dwęjl (L250p Arcen, ...
L265p Meijel,
L163p Ottersum),
dwęjǝl (L269p Blerick, ...
L269a Hout-Blerick,
L321p Neeritter,
L299p Reuver,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen,
L271p Venlo),
dwɛjǝl (L330p Herten),
dweil op de scheuter:
dwęjl op dǝ sxȳtǝr (L432a Koningsbosch),
flinter:
vlendǝr (Q121c Bleijerheide),
floes:
fluš (K314p Kwaadmechelen),
ginsterbezem:
genstǝrbɛsǝm (Q197p Noorbeek),
jenstǝrbęsǝm (Q121p Kerkrade),
heibezem:
heibezem (Q015p Stein),
hejbęsǝm (Q117a Waubach),
hęjbɛsǝm (L432a Koningsbosch, ...
Q036p Nuth,
L270p Tegelen),
hoddel:
hodǝl (Q095p Maastricht),
keerbezem:
kīrbēzǝm (L318b Tungelroy),
keerdek:
kęǝrdek (Q083p Bilzen),
keerwis:
kērwęs (L371p Ophoven),
kettingvod:
kettingvod (L355p Peer),
koddevod:
koddevod (L355p Peer),
kuisstok:
køstok (K278p Lommel),
kwast:
kwast (L377p Maasbracht),
lap:
lap (P176b Bevingen),
muilborstel:
mōlbø̄stǝl (Q009p Maasmechelen),
natte vod aan lange stok:
natte vod aan lange stok (Q001p Zonhoven),
natte zak:
nātǝ zak (Q021p Geleen),
oude zak aan ene stek:
oawǝ zak ān nǝ stɛk (Q121p Kerkrade),
ovenbezem:
huvǝbɛsǝm (L417p As),
hōvǝnbēsǝm (Q003p Genk),
ovenbezem (Q079p Guigoven, ...
L413p Helchteren,
Q079a Wintershoven),
uvębɛsǝm (Q003p Genk),
ō.vǝnbē.sǝm (L290p Panningen),
ōvǝnbɛsǝm (L371p Ophoven, ...
L314p Overpelt),
ūvǝbɛsǝm (L317p Bocholt),
ǭvǝmbɛsǝm (L270p Tegelen),
ǭvǝnbɛsǝm (L269a Hout-Blerick),
ovenborstel:
ōvǝbø̄stǝl (Q009p Maasmechelen),
ovendweil:
ō.vǝndwɛjǝl (L290p Panningen),
ōvǝndwęjǝl (L291p Helden),
ǭvǝdwęjǝl (L432p Susteren),
ǭvǝndwęjl (L427p Obbicht),
ǭvǝndwęjǝl (L270p Tegelen),
ovengeerd:
høvǝgērt (Q003p Genk),
uvęgē̜rt (Q003p Genk),
ovenkuiser:
ōvǝkøsǝr (K359p Koersel),
ovenlap:
ǭvǝlap (Q028p Jabeek),
ovensborstel:
ōvǝsbø̄rstǝl (Q191p Cadier),
ovensgaard:
hōvǝnsjār (Q157a Overrepen),
ovensgeerd:
ōǝvǝsgē̜rt (Q204p Wittem),
ovenveger:
ovenveger (L360p Bree),
ovenwis:
høvǝwęs (Q003p Genk),
hø̜vǝwęs (Q003p Genk),
hōvǝnwęjs (Q074p Kortessem, ...
Q157a Overrepen),
hōvǝnwęs (P057p Kuringen),
hōvǝwęs (Q003p Genk),
ovenwis (L360p Bree, ...
P050p Herk-de-Stad,
P177a Ordingen,
Q168p s-Herenelderen,
Q080p Vliermaal),
ōvǝnwes (Q072p Beverst),
ōvǝnwøš (L424p Meeswijk),
ōvǝnwęjs (P197p Heers, ...
Q088p Lanaken),
ōvǝnwęs (Q090p Mopertingen, ...
Q158p Riksingen,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern),
ōvǝnwęš (L371p Ophoven),
ōvǝswøš (Q112b Ubachsberg),
ōvǝwøš (Q035p Brunssum),
ōvǝwø̜š (Q095p Maastricht, ...
Q097p Ulestraten),
ōvǝwē̜s (L291p Helden),
ōǝvǝswęj.š (Q204p Wittem),
ǫwvǝwøš (Q035a Rumpen),
ǭvǝswøš (Q202p Eys),
ǭvǝwøš (Q018p Geulle, ...
Q030p Schinveld),
ǭvǝwø̜š (Q028p Jabeek, ...
L432p Susteren),
ǭvǝwęs (L292p Heythuysen, ...
L270p Tegelen),
ǭvǝwɛs (L331p Swalmen),
ǭǝvǝwøš (Q019p Beek),
potsgeerd:
potsgērt (Q095p Maastricht),
rochelaar:
roxǝlār (P050p Herk-de-Stad),
rochelgeerd:
roxǝlgērt (L286p Hamont),
rǫxǝlgērt (P117p Nieuwerkerken),
rochelijzer:
rochelijzer (P050p Herk-de-Stad),
roetborstel:
rudbǭrstǝl (L312p Neerpelt),
rokkelgeerd:
rokǝlgērt (L417p As),
smok:
šmuk (Q197p Noorbeek),
staak:
staak (P178p Brustem),
stek bet vodden:
stɛk bē̜ vodǝ (P176a Melveren),
stek met lommel:
štɛk met lumǝl (Q113p Heerlen),
strobezem:
strōbɛsǝm (P223p Rukkelingen-Loon),
strooibezem:
strōjǝbɛsǝm (P118a Wijer),
strǫjbęsǝm (Q082p Munsterbilzen),
štryǝbɛsǝm (Q113p Heerlen),
strooiwis:
štryjǝ wøš (Q121e Kaalheide),
strowis:
strowis (Q082p Munsterbilzen),
štrywes (Q198b Oost-Maarland),
veger:
vɛ̄gǝr (Q038p Amstenrade),
vendel:
fɛndǝl (Q121p Kerkrade),
vɛndǝl (Q202p Eys),
wijf:
wēf (Q117a Waubach),
wis:
wes (Q198b Oost-Maarland),
weš (Q198p Eijsden, ...
Q203p Gulpen,
Q095p Maastricht),
wis (Q162p Tongeren),
wøš (Q038p Amstenrade),
węjs (P190p Gotem),
węjš (Q187a Heugem),
węs (Q002p Hasselt, ...
L292p Heythuysen,
Q093p Rosmeer,
P056p Stokrooie,
Q162p Tongeren),
węš (Q193p Gronsveld, ...
Q197p Noorbeek),
wɛs (L372p Maaseik),
wɛš (Q015p Stein),
wissel:
wɛšǝl (Q095p Maastricht),
zak:
zak (Q082p Munsterbilzen),
zwabber:
zwabber (Q035p Brunssum),
zwabǝr (Q012p Rekem),
šwabǝr (Q121e Kaalheide),
zwans:
žwans (Q099q Rothem),
zwoel:
zwōl (L317p Bocholt)
|
In dit lemma zijn verschillende vragen bijeengebracht die in feite alle vroegen naar een voorwerp waarmee dezelfde handeling werd verricht nl. de oven schoonmaken. Het voorwerp heeft als grondconstructie een lange staak van hout of ijzer met aan het uiteinde er iets omheengewonden nl. stro, een lap, een zak of iets dergelijks. Het stro, een lap, een zak e.d. worden vóór het reinigen van de oven natgemaakt. Het lemma valt uiteen in vier hoofdgroepen van woordtypen. 1) Deze groep bevat vooral wis-opgaven, aangevuld met enkele borstel-opgaven. Volgens de informanten heb je bij deze groep vooral de betekenis "lange staak met strobussel, stropop of zak omwonden". Varianten zijn "een lange stok met aan het uiteinde een rolvormige zak welke rond de as draait" (in Q 168) en "een zak vastgemaakt aan een ketting bevestigd aan een houten paal" (in Q 162). Volgens Weyns (blz. 35) moet het de combinatie "strowis bovenaan op een lange stok gestoken" zijn die in Limburg het meest vooorkomt. 2) Deze groep opgaven wijst op het gebruik van een dweil, lap, zak of vod in combinatie met een lange staak. 3) De geerd-opgaven duiden erop dat het rakelijzer ook voor het schoonmaken wordt gebruikt mogelijk in combinatie met dweil, bosje stro e.d. Het woordtype "zwoel" geeft aan dat ook de ovenpaal hiervoor gebezigd kan worden na eerst natgemaakt te zijn. 4) Deze laatste groep duidt erop dat men voor het schoonmaken een bezem of een versleten bezem of een bezem van een bepaalde soort gebruikt mogelijk gecombineerd met een dweil enz.. Zie afb. 14. [N 29, 12a; N 29, 12b; N 29, 11b; OB 2, 2c; OB 2, 2b; OB 2, 2f; monogr.]
II-1
|