e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
plaats waar men het varken of rund steekt om het te doden achter de kop: achter de kop (Tungelroy), ader: ǭr (Eijsden), atlas: atlas (Bleijerheide), borst: bros (Bleijerheide), bovenkeelpijp: bōvǝkēlpęjp (Berverlo), genik: gǝnīk (Mechelen), hals: hals (Buchten, ... ), hǫws (Heerlen), hǭs (Kerkrade), halsader: halsǭjǝr (Meijel), halskuil: hǫwskul (Schinveld), halsslagader: halsšlāxǭr (Tegelen), hart: hat (Kuringen, ... ), hartader: hartǭr (Meijel), hertǭr (Panningen), hartkuil: hatzkul (Terwinselen), hartstreek: hatstrēk (Rummen), hɛrtštrēk (Panningen), keel: ki-jęjl (Diepenbeek), kiǝlǝ (Alken), kēl (Leunen, ... ), kēǝl (Grazen), kē̜l (Blerick, ... ), kęjl (Neerpelt), kījǝl (Diepenbeek), kɛjl (Neerharen), keelstrot: kɛ̄lstrwøt (Riemst), knik: knek (Venlo), knikwervel: knekwɛrvǝl (Bleijerheide), kruin: krȳn (Neeritter), kuiltje: kylkǝ (Blerick), nek: nak (Hasselt, ... ), nɛk (Blerick, ... ), nekpees: nakpęjs (Sint-Truiden), nekspier: nakspīr (Sint-Truiden), neven de keel: nē̜vǝ dø kē̜ǝl (Eys), nē̜vǝ dǝ kē̜l (Neeritter), neven de strot: nɛ̄vǝ dǝ strȳǝt (Opitter), onder de hals: onder de hals (Tungelroy), onder de strot: onder de strot (Linkhout), onderhals: ondǝrhals (Rotem), op de kop: ǭpǝ kop (Venlo), op het geel haar: ǫp ǝt gēl hōr (Kuringen), slachtader: slaxtādɛr (Kotem), slagader: slagader (Alken, ... ), slaxowǝr (Neerpelt), slaxǭr (Leunen), slāxǭr (Heythuysen, ... ), šlaxōǝr (Terwinselen), šlaxǭjǝr (Hoensbroek), šlaxǭr (Noorbeek), šlāxo.r (Gulpen), %%meervoud%%  slǭxuǝrǝ (Zepperen), slagader in de hals: šlāxǭr enǝ hals (Herten), slagader tussen de poten: slaxǭr tø̜sǝ dǝ py.ǝt (Blerick), slagader van de nek: slaxǫwǝjǝr (Lommel), steek: stēk (Helchteren), stęjǝk (Helchteren), stīk (Beverst), strot: strot (Alken), struōt (Riksingen), struǝt (Veldwezelt, ... ), struǫt (Tongeren), strøt (Sint-Truiden), strø̜̄t (Boekend), strø̜t (Maasbracht), strōjt (Sint-Truiden), strōt (Ell, ... ), strǫjt (Mal), strǫt (Mal), strǫwt (Grazen), strǫwǝt (Borgloon, ... ), strǭt (Waasmont), stōt (Kaulille), štrø̜ts (Buchten, ... ), štrōt (Helden, ... ), štrǭt (Heerlen), strotader: strǫtǭjǝr (Maasmechelen), strotpijp: strǭwǝtpējǝp (Wellen), vars: vars (Beringen), (Helchteren), voor de borstknook: vyr dǝr brosknǭk (Kerkrade) In vragenlijst 28 is afzonderlijk gevraagd naar de plaats waar men het varken resp. het rund steekt om te doden. Aangezien er een grote overeenkomst bestond in woordtypen tussen beide vragen, zijn deze twee vragen tot één lemma versmolten. [N 28, 13a; N 28, 13b; monogr.] II-1