19958 |
poetsen |
afkiemen:
āfkimǝ (L377p Maasbracht),
afknippen:
afknepǝ (L291p Helden),
āfknepǝ (L321p Neeritter),
afsnijden:
afsnęjǝ (L265p Meijel),
ǭfsnęjǝ (Q071p Diepenbeek),
afsteken:
afstēkǝ (P176p Sint-Truiden
[(aan de buitenkant)]
),
afstē̜kǝ (P047p Loksbergen),
afvegen:
āf˲vęjgǝ (L289p Weert),
kiemen eraf halen:
kiemen eraf halen (Q095p Maastricht),
kouten:
kǫwtǝ (P176p Sint-Truiden
[(aan de binnenkant)]
),
ontkiemen:
ontkiemen (L250p Arcen),
ontkimǝ (P120p Alken, ...
Q095p Maastricht,
L318p Stramproy),
õntkimǝ (L331p Swalmen),
oppoetsen:
oputsǝ (L163p Ottersum),
poetsen:
poetse (L271p Venlo),
poetsen (L325p Horn),
putsǝ (L325p Horn, ...
L318p Stramproy,
L331p Swalmen),
scheuten afdoen:
šø̄t āfdōn (L318p Stramproy),
uitkuisen:
øtkøsǝn (K353p Tessenderlo),
uitpoetsen:
ūtpǫtsǝ (Q095p Maastricht),
uitsteken:
ātstēkǝ (P176p Sint-Truiden
[(aan de binnenkant)]
),
vegen:
vē̜gǝ (L424p Meeswijk, ...
L423p Stokkem,
L318p Stramproy,
Q013p Uikhoven),
wannen:
wanǝ (Q099p Meerssen)
|
De overtollige eindjes wis die aan de binnen- en buitenkant van de mand uitsteken, met behulp van een poetsmes wegsnijden. Zie ook het volgende lemma. Een uitstekend eind van een wis werd in Sint Truiden (P 176) kout (kǫwt) genoemd. [N 40, 74; monogr.] || Kiemen, stof en onzuiverheden van de geëeste graankorrels verwijderen. Vraag N 35, 44 luidde: "Hoe noemt U het verwijderen van de scheuten van de korrels". In een aantal gevallen gaven de zegslieden termen op die betrekking hadden op de drie bewerkingen samen. Bij de woordtypen "poetsen" en "wannen" is het dan ook niet duidelijk welk van de bewerkingen het hier betreft. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''moutpoetsmachine''.' [N 35, 14; monogr.] || poetsen
II-12, II-2, III-2-1
|