e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
van katoen geven aan hem gaan: aan hem gaon (Echt/Gebroek), āān ⁄m goon (Amby), aanpakken: a pakke (Kerkrade), aanpakken (Meijel), aanschroeven: âansjrôeve (Swalmen), al geven: ál-gêêvə (Heerlen), alles op alles zetten: alles op alles sétte (Susteren), alles ōp alles zette (Venray), anstrengen (du.): a sjtrenge (Vaals), buzze geven: buzze gééve (As), bəzə gijəvə (Loksbergen), cf. VD "gew. hij gaf katoen  buzze geven (Leopoldsburg), buzze geven, kemp,: `m moeten smieren (Rotem), aowiètten (Kaulille), de dolle pees geven (Rotem), dè guft nogal ketoen (Lanklaar), Ee moet maar draad geven (Neeroeteren), er spie achter zette (Bree), er wat achter zètten (Kaulille), fut drachter zetten (Stokkem), gaas geven (Bree, ... ), gas geəvən (Dilsen), gas gɛəvən (Rotem), gās gīvən (Maaseik), het zal dreud kosten (Peer), het zal katuin kosten (Peer), het zal speeksel kosten (Peer), in peperen (Rotem), katoen geven (Bree, ... ), katoen geven om klaar te komen (Neeroeteren), katoen gève (Gruitrode), katoͅwn gīvən (Maaseik), kemp geəvən (Dilsen), ketoen geven (Bocholt, ... ), ketoen gèven (Kaulille, ... ), ketoeuin geven (Bree), ketuun gève (Bree), kletsuur geven (Meeuwen), kətun geəvən (Dilsen), kətuən gɛəvən (Rotem), kɛmp gɛəvən (Rotem), spōjən (Maaseik), volle bak geven (Rotem), vè mooten ketōen gèven (Bocholt), vè mooten teī wat achter zètten (Bocholt), wa spij zetten (Helchteren), we moete er forsch achter zètte (Peer), we moete katoun gève (Peer), we moeten door geven (Kaulille), we zullen er gèt achts mooten zetten (Neeroeteren), we zullen er wat achter mooten zitten (Neeroeteren), we zullen er wat mooten achter zetten (Bree), we zullen katoen moeten geven (Neeroeteren), we zullen katoen mooten gèven (Neeroeteren), we zullen mooten ketoen gèven (Neeroeteren), we zullen moten katoen gêven (Helchteren), we zullen moten ketaien gièven (Houthalen), we zullen motten ketoen gieven (Maaseik), we zullen oes moge spooien (Houthalen), we zullen op de tanden moeten bijten (Neeroeteren), wərgoənmotəkətu.nli.vərə (Stokkem), zet er maar wat achter (Neeroeteren), zich ins goe ter vier zetten (Neeroeteren), zich spooie (Reppel), wij zullen ons moeten weren  veͅ zelən os mōtə wīrə (Opglabbeek), zilt zeggen : spoed u wat  zet er wat katoen achter (Opoeteren), capide geven: cf. WBD i.v. "s.v. "capide geven  kəpitxēͅvə (Meeuwen), derop smijten: drop sjmiete (Posterholt), doordouwen: dur dauwe (Meijel), draad geven: draad geven (Stein), draod gaeve (Geleen, ... ), draod gève (Thorn), draod gééve (As), drijven: drievə (Kapel-in-t-Zand), er tegenaan gaan: d⁄r tégen èn gaon (Gennep), eraan gaan: dra gaoë (Gulpen), dra joa (Kerkrade), dràn gaoë (Nieuwenhagen), d⁄raan gaon (Maasbree), erom aangaan: der um aan goan (Weert), flink aanpakken: flink aanpakkən (Urmond), gas geven: gas geven (Meeuwen), geen krimp geven: geine krump geve (Stein), gen kreemp gève (Meerlo), gennə krimp gèèvə (Venlo), haasten: hêûste (Melick), hard pezen: hard paeze (Venlo), hellen: helle (Gronsveld, ... ), hem van jetje geven: um van jetje gaeve (Venlo), inspannen: i-sjpannə (Epen), inspanne (Hoensbroek), ispanne (Eys), jagen: jàge (Roermond), kamp geven: kamp geeve (Maastricht), kamp geve (Maastricht), katoen geven: katoen geven (Eksel, ... ), katoen gève (Hoeselt), ketoen géévə (Oirsbeek), ketûn gève (Bree), kətōēn gééve (As), (ketaan = katoen).  ketaan geve (Jeuk), lament geven: lamentj geve (Montfort), pezen: peeze (Maastricht), piezakken: piezàkke (Sevenum), pisakke (Sevenum), pootaan spelen: poët-án speule (Venray), schinden (du.): schinne (Heerlerbaan/Kaumer), spuien: sjpoawe (Vlodrop), sjpooje (Geulle), spooje (Ell, ... ), vaart erachter zetten: vaart dragter zètte (Geulle), van jetje geven: van jētje gaeve (Weert), van katoen geven: h⁄m van ketoen give (Heythuysen), va ketoen gève (Wijlre), van katoe-n gaeve (Nunhem), van katoen gève (Tienray), van katoën gève (Kesseleik), van ketoeen gaeve (Weert), van ketoen gaeve (Oirlo), (van katoen geven).  van ketoen gaeve (Neer), vooruit maken: veuroet make (Schimmert), wie een paard werken: wie ee peëd wirke (Waubach), zich aanhouden: zich aanhoutə (Doenrade), zich anstrengen (du.): zich aasjtrenge (Klimmen), zich de blubber werken: ziech te blubber werreke (Maastricht), zich een ongeluk werken: zig ən oongəluk werrəkə (Maastricht), zich erachter zetten: zich tər achtərzittə (Beesel), zich ervoor spannen: zich tər veur spannə (Beesel), zich gans geven: zich gans geëve (Voerendaal), zich hellen: (= oude benaming).  ziech helle (Caberg), zich inspannen: zich inspannə (Montfort), zig inspanne (Meijel), zich jagen: zich jaachə (Kapel-in-t-Zand), zich moede maken: zich meug mààke (Geleen), zich plagen: zich plaoge (Geleen), zich spuien: zich schpĕŭje (Schimmert), zich sjpooie (Maasniel), zich sjpooje (Herten (bij Roermond), ... ), ziech spooje (Caberg), zich touwen: ze.x t‧oͅu̯ə (Eys), zich veel moeite geven: ziech väöl meujte geve (Maastricht), zijn kloten afdrogen: zən klŏĕwətə àfdròwə (Loksbergen) alle kracht inspannen om iets op tijd klaar te hebben [lament geven, buzze geven, kemp geven, draad geven, kletsoor geven] [N 85 (1981)] || welke uitdrukkingen kent uw dialect om te zeggen dat we er kracht of drift moeten achter zetten om klaar te komen; sommige dialecten zeggen b.v. we zullen moeten katoen geven (of: hem katoen geven, of: van katoen geven), lament geven [ZND 41 (1943)] III-1-4