e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vod doek: do:k (Lanaken), doek (Zussen), dook (Zutendaal), dōōk (Nieuwenhagen), dŏŏk (Maastricht), duk (Eigenbilzen), drel: [Van Dale: drel, (gew.) lap, leur, vod.]  drél (Gennep), fommel: foemel (Sittard), fömmel (Nieuwstadt), hoddel: hoddel (Heerlen, ... ), hoddele (Heerlen), hóddəl (Epen, ... ), ps. ik denk dat dit één antwoord is en niet twee aparte (ant)woorden.  hoddel (Gulpen), hoddeltje: (höddelke) (Heerlen), karrel: b.v. ze ha mèr wa kèrrels on ze was in lompen gekleed. Van Dale: karrel, z. karl -> uitgehekelde hennep tot garen voor fijn touw en zeildoek; zulk garen  kèrrel (Beverlo), kettel: kettels an ze lijf (Jeuk), keͅtələ (Kortessem), Van gedragen kleren.  kɛtələ (Tongeren), klommel: klommel (Beegden, ... ), klómmel (Weert), klooi: kloj (Gennep), knommel: knómmel (Venlo), ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).  knŏmmel (Buggenum), kwakel: kwaakel (Tungelroy), lap: lab (Gruitrode), lap (Bocholt, ... ), làp (Loksbergen), loeder: lodərs (Paal), lommel: loemel (Beesel, ... ), loemele (Eys, ... ), loemmel (Doenrade, ... ), loemmele (Eys, ... ), loemul (Brunssum), loeməl (Wijnandsrade), lomel (Caberg, ... ), lommel (Amby, ... ), lommele (Amby, ... ), lommele(n) (Schinveld), lommelen (Mechelen-aan-de-Maas), lomməl (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), loməl (Maastricht, ... ), loməls (Houthalen), lomələ (Lanklaar, ... ), loo-uməl (Eisden), loo.mel (Zonhoven), loomel (Ingber, ... ), loomele (Wolder/Oud-Vroenhoven), loommel (Lanklaar), looməl (Maastricht, ... ), loŏmele (Grevenbicht/Papenhoven), loŏmmel (Grevenbicht/Papenhoven), lōēmel (Oirsbeek), lōēməl (Amstenrade, ... ), lōmel (Maastricht), lōōmel (Amby), lōōməl (Maastricht), lŏĕ-me-le (Vijlen), lŏĕ-mel (Vijlen), lŏmmel (Geleen, ... ), lŏmmelle (Gulpen), lŏŏmmel (Klimmen), lŏŏmmele (Klimmen), lŏŏmməl (Hulsberg), loͅmələ (Rekem), lūmmelen (Urmond), lŭmmel (Mechelen-aan-de-Maas, ... ), lòmel (Lanaken), lòmmel (Bree, ... ), lòmmele (Valkenburg), lómmel (As, ... ), lómmele (Heer), lómmël (Tongeren), lómməl (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), lômmel (Gronsveld, ... ), lômmele (Mechelen, ... ), lôêmmel (Rimburg), lôêmmele (Rimburg), lø.məl (Stokkem), lùmmel (Sittard), lùmmele (Sittard), (m.).  lu.məl (Eys), Het woord schoetelvod is de doek, die men voor den afwasch gebruikt.  lommel (Opoeteren), m.  lu.məl (Ingber), ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).  lŏmmel (Buggenum), ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.  lŏammel (Guttecoven), lŏammele (Guttecoven), lomp: lompe (Blerick), lŏmp (Steyl), lŏmpe (Steyl), lòmp (Velden), lòmpe (plakke) (Velden), lómpe (Horst), lômp (Hoensbroek, ... ), (o,bijna oo).  lomp (Venlo), lompe (Venlo), plag: plagge (Helden/Everlo, ... ), plak (Grubbenvorst, ... ), plakge (Panningen), plakke (Grubbenvorst, ... ), (Duitsch Oost)  plagge (Lottum), (verzamelnaam).  plagge (Maasbree), Evt. schuutelvod, schuutelplak.  plak (Opoeteren), poemel: poemel (Maastricht), poetslap: poetslap (Blerick), pongel: póngel (Meijel), pôngel (Tegelen), [WNT: pongel, 3. vod, lomp, en vervolgens iets dat geen waarde heeft]  pòngel (Bree), Sub pungel: Du. Pungel; bij pong + suffix -el.  puŋəl (Meeuwen), WNT: pongel, 3. vod, lomp, en vervolgens iets dat geen waarde heeft.  pongel (Baarlo, ... ), pongele (Baarlo, ... ), pongəl (Beesel), poëngel (Panningen), poëngele (Panningen), poͅŋələ (Lozen), póngəl (Meijel), poppenlap: póppelap (Venlo), prul: prul (Buggenum, ... ), prulle (Blitterswijck), schotelplag: chwotelsplak (Moelingen), schotelsplag: schoëtelsplak[g} (Neeroeteren), sjotelsplak (Stein), schotelvod: schwottelvat (Val-Meer), schwottelvod (Vlijtingen), slat: [WNT: slat (I). Wss. een gew. vorm naast slet. 1. Lap, stuk goed.  slat (Beringen, ... ), slet: [Van Dale: slet, 1. <vero.> afgescheurde lap]  slet (Maasbree, ... ), slét (Gennep, ... ), sommel: sōēməl (Heerlen), tod: (slet = afwaslap). WNT: tod (I), 1) Waardeloze, veelal gescheurde en smerige lap, lor, lomp, vod.  todde (Oirlo), WNT: tod (I), 1) Waardeloze, veelal gescheurde en smerige lap, lor, lomp, vod.  tod (Afferden, ... ), todde (Afferden, ... ), todden (Arcen, ... ), tot (Banholt, ... ), tŏdde (Gennep), tŏt (Gennep), tòd (Gennep, ... ), tòt (Meijel, ... ), tód (Gennep), tôd (Maasbree), toddel: < WNT: tod (I), 1) Waardeloze, veelal gescheurde en smerige lap, lor, lomp, vod.  toddel (Schimmert), tōddəl (Roermond), tóddele (mv.) (Maastricht), tóddəl (Maastricht), tondel: Van Dale: tondel, 4. <gew.> vod, prul  tondjel (Lutterade), tondsjel (Valkenburg), tonjel (Bunde), tonjtjel (Schinveld), tonjtjele(n) (Schinveld), tóntjəl (Sweikhuizen), WNT: tondel, 5) vod, prul. Van Dale: tondel, 4. <gew.> vod, prul  tontel (Valkenburg), tónjtel (Sittard), vod: fod (Bingelrade, ... ), fodde (Bingelrade, ... ), fodde(n) (Schinveld), fot (Brunssum, ... ), fŏd (Doenrade, ... ), fŏdde (Well), id. (Lozen), vo.t (Sint-Truiden), vod (Achel, ... ), vodde (Afferden, ... ), vodden (Blerick, ... ), vodder (Nederweert), voddə (Heers, ... ), vodə (Bree, ... ), vot (Beverlo, ... ), vŏdde (Doenrade), vŏdən (Eksel), voͅd (Herk-de-Stad), voͅddə (Lozen), voͅddən (Neerpelt), voͅdə (Beringen, ... ), voͅdən (Overpelt), voͅt (Beverlo, ... ), vudə (Tongeren), vòd (As, ... ), vòt (Heerlen, ... ), vót (Zonhoven), vøt (Zepperen), (slet: wordt gebruikt voor afwasdoek).  vod (Meijel), de v wordt als f gehoord  vod (Schinnen), vodde (Schinnen), Mv. vòdde.  vòt (Sint-Truiden), spelling: Frings  vót (Paal), Vod = schöttelslat.  vod (Horpmaal), voddel: foddel (Beegden, ... ), foddele (Beegden, ... ), foddəl (Beesel, ... ), foddələ (Swalmen), fooddel (Sint-Odiliënberg), fooddele (Sint-Odiliënberg), fooddəl (Heel), fōddel (Roermond), fŏddel (Susteren), fŏddle (Asenray/Maalbroek), fŏdd⁄l (Asenray/Maalbroek), fŏĕddel (Posterholt), fŏĕdele (Posterholt), fŭddel (Herten (bij Roermond)), fŭddele (Herten (bij Roermond)), fòddel (Echt/Gebroek, ... ), fòòdel (Posterholt), fóddel (Herten (bij Roermond), ... ), fóddəl (Reuver), fódəl (Kapel-in-t-Zand), fôddel (Gronsveld, ... ), föddel (Neer), voddel (Born, ... ), voddele (Horn, ... ), voddəl (Kelpen), vŏddele (Susteren), vôddel (Ell), NB p. 309: vod, niet gebr.; men zegt fóddel.  fóddel (Roermond), ps. algemene opmerking: in vragenlijst staat een dubbele ? boven de o; waarschijnlijk niet goed genoteerd. Heb het geïnterpreteerd en ingevoerd als een: ø (dus niet omgespeld!).  fŏddel (Buggenum), fŏddele (Buggenum), ps. ik denk dat dit één antwoord is en niet twee aparte (ant)woorden.  foddele (Gulpen) **lommel: vod, lor || *slat: vod || 1. lap; - 2. lor; - 3. tod; - 4. vod || 1. vod, lor || 2. vod || [lómmel*]: vod, lor, afgescheurde lap || [poemel*]: vod, nietswaardig voorwerp || In lompen gekleed [haveloos, schab(be)tig, schamel, lommelig] [N 114 (2002)] || in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)] || lap, vod || lap: versleten lap (bul, vod, tod, slet) [N 02 (1960)] || lommel || lomp (lap) [vod] || lor, lomp || lor, vod || minderwaardig ding || oud, waardeloos kledingstuk || poetslap; oude lap stof || prul, vod || tod, doek, lap, vod || tod, lap || tod, todde - gwl. mv. tóddele: vodden, lappen || tod, vod || tondel, lap, vod || versleten stuk doek of stof || versleten stuk doek of stof (vod, bul, tod, slet) [N 86 (1981)] || versleten stuk doek of stof [vod, bul, tod, slet] [N 86 (1981)] || vod [SGV (1914)] || vod(den) || vod, afgescheurde lap || vod, lommel || vod, lor || vod, lor, afgescheurde versleten lap || vod, lor, prul || vod, nietswaardig voorwerp || vod, oud stuk stof || vod, prul, lor || vod, stuk textiel || vod, tarrel, oude lap, plakje || vod, tod || Vod. Met een vod afkuisen [ZND 37 (1941)], [ZND 37 (1941)] || vod; minderwaardig stof || vodde || vodde, lomp || vodden [SGV (1914)] || vodden, lompen [ZND B1 (1940sq)] III-1-3