e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
heel bovenmate, hevig, zeer:   (h)īēl (Hasselt), heͅil (Borgloon, ... ), hiel (Bree, ... ), hieël (Beverlo), hiəl (Loksbergen), hīl (Hasselt), héel (Tongeren), hê.l (Montzen), iəl (Sint-Truiden), helemaal, geheel en al:   (h)īēl (Hasselt), hieël (Tungelroy), hiël (Venlo), hiəl (Lozen), Iemand helemaal niet kennen: Ich kön hem van hart of start.  hiêl (As, ... ), Vb. - gè kontj t hieël hèbbe! (je mag het allemaal hebben, je mag alles hebben!). - ich hèb de hieël raame oope gezatj! (ik heb alle ramen opgengezet!).  hieël (Tungelroy), rijp, rijmx:   heͅjəəl (op steen) (Veulen), tocht, zuiging van lucht: correct overgenomen.  hieël (Kerkrade) III-4-4