id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
18989 | heggenadvocaat | slimmerik: hegge advokaat (Noorbeek), cf. WNT s.v. "heg - hegge"; vgl. in WlD dl. III, 2.2. heggenweef (ongehuwde moeder) etc. ; vgl. heggendokter (kwakzalver) (hage-prediker!) hegge advokaat (Terlinden), sluwe persoon: hèggenadvocaat (Merkelbeek), welbespraakt brutaal persoon: héGə-atvookaot (Kapel-in-t-Zand), Van Dale: hegge[n]advocaat, (gew.) onbevoegd advocaat, beunhaas in rechtszaken. hèkkenaffekaat (Schinnen) III-1-4, III-3-1 |