e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
kol bovenkraag:   kǫl (Houthalen, ... ), hals:   kǫl (Jeuk), klaproos:   kol (Beegden, ... ), -  kol (Beegden, ... ), kol. (Maasbracht), [Papaver rhoeas]  kòl (Tongeren), in t wild tussen t graan ...  kol (Maasbracht), mv. kolle  kol (Echt/Gebroek), of kolbloom  kol (Geulle), of kollebloem  kol (Geleen), ook kollebloom  kol (Geleen), papaver, klaproos: inkt van de blaadjes  kol (Echt/Gebroek), roode bloem  kol (Echt/Gebroek), knuppel, knots:   ene kuul (Lutterade), kul (Doenrade, ... ), kuul (Brunssum, ... ), kŭŭl (Amstenrade, ... ), kyl (Baelen, ... ), kûl (Gulpen), kül (Heek, ... ), külle (Heerlen), (kort)  kŭl (Remersdaal), dikke stok  kyl (s-Gravenvoeren), koe met witte vlek of streep op het voorhoofd:   kǫl (Ell, ... ), kol:   kǫl (Baarlo, ... ), kǫlǝ (Roosteren), korenbloem:   kǫl (Genk), -  kol (Genk), kraag:   kol (Hoepertingen), kǫl (Bilzen, ... ), plaats waar men het slachtvee treft om het te verdoven:   kol (Nuth), slaapbol:   kol (Maasbracht), kolle (Linne), Bij het gewone volk is "ein papaver"het meest bekend. m.v. van kol = Kolle.  kol (Echt/Gebroek), vogelwikke:   kǫl (Kuringen), wit stervormig vlekje op het voorhoofd:   kǫl (Afferden, ... ), witte waterlelie: -  kolle (Hunsel, ... ) I-11, I-5, I-9, II-1, II-7, III-1-2, III-4-3