id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
17950 | kwinkelen | beweeglijk rondlopen: kwinkelen (Kerkrade), de kar wipt: (de kar) kweŋkǝlt (Sittard), struikelen: kwe.ŋkələ (Eys), kwinkele (Heerlen), verstuiken: kwinkele (Schimmert), vooroverduikelen: kwinkele (Schinveld), waggelen: kweŋkələ (Opglabbeek), wiebelen: kwinkulu (Brunssum) I-13, III-1-2 |