20284 |
nokken |
aan de borst zijn:
cf. Verdam s.v. "nocken"2. zwalpen. op en neer gaan, van eene vloeistof in de keel; vgl. Kerkrade Wb. p. 205 s.v. noekkele = zuigen en een noekkkel is een zuigfles. Zie ook De Vries s.v. "nokken 1. schokken, stoten, schudden"De beweging van het zuigen?
noeke (Q111p Klimmen),
borsten:
noeke (Q211p Bocholtz),
noekke (Q117a Waubach),
nuke (Q111p Klimmen),
Meestal in ev noek gebruikt.
noeke (Q117a Waubach),
knikkertermen:
noekke (Q113p Heerlen, ...
Q111p Klimmen)
III-1-1, III-2-2, III-3-2
|
|