id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
32904 | opdrogen | drogen, droog worden (van gemaaid gras): ǫp˱drīgǝ (Bree), het vlees laten besterven: opdrogen (Alken), opdrȳǝgǝ (Horst), ǫpdrȳ.gǝ (Blerick), opstijven: op˱drø̄̄gǝ (Ottersum), van de leg afraken: opdrø̄gǝ (Maasniel), verslachten: (het vlees) drøg ǫp (Tongeren), ǫpdrȳgǝ (Boekend) I-12, I-3, II-1, II-8 |