e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
roetsj glijbaan:   `n roetsj (Genk), roetsj (Epen, ... ), rotsj (Stein), rutsj (Eys, ... ), /  Roetch (Elen, ... ), roets (As), roetsj (Lauw, ... ), routch (Genk), 2. Glijdgoot.  roetsj (Bocholtz, ... ), gulp van een broek:   rőtsj (Klimmen, ... ), rutsch (Brunssum), rutsj (Hoensbroek), rŭtsch (Valkenburg), röts (Eind), rötsch (Hoensbroek, ... ), rötsj (Beek, ... ), [NB: *rótsj, glijbaan]. [Bet. ook blankvoorn; in WLD III, 4.2, p. 77, lm. blankvoorn, voorn getypeerd als ruts] WNT: ruts (II), zie rut (V). / Rut (V), tusschenw. Ter aanduiding van het geluid van een plotselinge en snelle, veelal min of meer rollende beweging. Verg. rrrt en de daar genoemde andere dergelijke tusschenwerpsels, als b.v. ruut, rutsch enz.  rötsj (Sittard) III-1-3, III-3-2