id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
21251 | staafje | anker: stē̜fkǝ (Weert), de vier zijden van een bikkelbeentje: Vgl. sub hilt: Dit been heeft een vierhoekige vorm met afgeronde hoeken, en meet ± 5 x 2 1/2 cm. In het midden het merggat, de kule. De dikte is ± 3 cm. Aan de bovenzijde is het beentje niet vlak, doch enigszins hol. Verdere benamingen van de zijden van een hilt: bu:kele, stäöfke, stäöntje. stäöfke (Venray), glasroede: stē̜fkǝ (Stein) II-12, II-9, III-3-2 |