id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
17930 | trakken | slenteren: Slechts in bepaalde gevallen (zie 126). (trakə) (Hasselt), trekken en talmen: ps. omgespeld volgens Frings. trakə (Halen), treuzelen: cf. WNT XVII-1, kol. 1843 s.v. "trakken (I) (andere vorm van "trekken) "talmen, dralen, blijven hangen of zeuren tràʔən (Lommel), veel gebruikt trakka (Tongeren) III-1-2, III-1-4, III-3-1 |