id | Trefwoord | Begrip: dialectopgave (plaats) | Toelichting |
---|---|---|---|
31991 | uitmeten | de maat bepalen: ø̜jtmētǝ (Leopoldsburg), ūtmǭtǝ (Geulle), de richting controleren: utmę̄tǝ (Thorn [(Maurits)] [Winterslag, Waterschei]), een koollaag meten: utmę̄tǝ (Geleen [(Maurits)] , ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV] [Maurits]), het land aftreden: ɛ̄tmiǝtǝ (Montenaken), knippen, snijden: øtmētn (Tessenderlo) I-1, II-12, II-5, II-7 |