e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
wegschoffelen schoffelen, wieden met de schoffel:   wɛxšofǝlǝ (Maastricht) I-5
wegschoppen tegen de bal schoppen:   wegschoppen (Neeroeteren), wegschuppen (Hamont, ... ), wegschöppen (Neeroeteren), wegsjoepen (Neeroeteren), wegsjoopen (Maaseik), wegsjoppen (Bocholt), wiejegschoppe (Zonhoven), wächschŋppen (Hamont) III-3-2
wegschouwen nascheren:   wexsxān (Sint-Truiden) II-1
wegsjotten tegen de bal schoppen:   wegschotten (Lommel), wegsjotte (Rijkel, ... ), wegsjotten (Genk, ... ), wegšotte (Guigoven), wiejegsjotte (Zonhoven), sportlui, in andere gevallen hetzelfde als in de opgave  wegsgotən (Neerpelt) III-3-2
wegsmijten verkwisten:   wegsjmiete (Posterholt) III-3-1
wegsmijter kooplustige vrouw:   wegsmijter (Leopoldsburg) III-3-1
wegsnappen weggrissen:   waeg snappe (Zutendaal), wegschnappen (Heerlerbaan/Kaumer), wegsnappe (Caberg), wègsnappen (Eksel) III-1-2
wegsnijden bijwerken van het paardehaar:   węxsni-jǝ (Eisden), węxsnęjǝ (As) II-7
wegsnutten weggrissen:   weg snutte (Sevenum), wègsnutte (Sevenum) III-1-2
wegspannen vertuieren:   wɛxšpanǝ (Heerlen) I-11