e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
(een) makke mak:   makǝ (Blerick) I-9
(een) manke kreupel zijn:   ma.ŋkǝ (Niel-bij-As, ... ), maŋkǝ (Tessenderlo, ... ), paard met een scheve heup:   ma.ŋkǝ (Genk) I-9
(een) mijt maken wissen mijten:   mø̜̄t mākǝ (Loksbergen), ęn mīt mākǝ (Stokkem) II-12
(een) mond vol tanden beteuterd: ook materiaal znd 32, 67  mond vol tanden (Kwaadmechelen), mont vol tandeͅ (Leopoldsburg), nə mooēnd vol taaen (Beverlo) III-1-4
(een) montere dartel:   mōntǝrǝ (Moresnet), moedig en opgewekt:   mǫntǝrǝ (Swalmen) I-9
(een) motorgat maken een motorgat maken:   mōtǝrgāt mākǝ (Nieuwstadt  [(Maurits)]   [Maurits]) II-5
(een) motorkamer stokken een motorgat maken:   mōtǝrkāmǝr štǫkǝn (Geleen  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) II-5
(een) motorlok maken een motorgat maken:   mōtǝrlǭk mākǝ (Klimmen  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]) II-5
(een) motorlok stokken een motorgat maken:   mōtǝrloak štǫkǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Emma]) II-5
(een) muil trekken een lelijk gezicht trekken:   `n moel trèkke (Urmond), enne moel trekke (Afferden), mōͅl trekkə (Hees), møyl trēͅkə (Bree), ən maul trekə (Tongeren) III-1-4