| 21777 |
ploederen |
bekakte praat:
vgl. Van Dale (DN): plaudern, 1. babbelen, een praatje maken; -2. gezellig praten, onderhouden vertellen; -3. een geheim niet kunnen bewaren.
ploedere (Q112p Voerendaal),
bekakte praat /bekakt praten:
cf. Schuermans p. 491 s.v. "ploederen"= babbelen (plaudern?; pladderen, plodderen?). Niet de correcte betekenis te vinden
ploedere (Q112p Voerendaal),
huichelen:
ploedere (Q111p Klimmen),
kletsen:
vgl. Van Dale (DN): plaudern, 1. babbelen, een praatje maken; -2. gezellig praten, onderhouden vertellen; -3. een geheim niet kunnen bewaren.
ploederen (Q030p Schinveld),
ploedərə (Q117p Nieuwenhagen),
opscheppen:
vero. cf. Schuermans p. 491 s.v. "ploederen"= babbelen (plaudern?; pladderen, plodderen?). Niet de correcte betekenis te vinden
ploédere (Q193p Gronsveld),
vgl. Van Dale (DN): plaudern, 1. babbelen, een praatje maken; -2. gezellig praten, onderhouden vertellen; -3. een geheim niet kunnen bewaren.
ploēdere (Q112p Voerendaal, ...
Q112p Voerendaal)
III-1-4, III-3-1
|
|