19312 |
angst |
angst:
angs (L426p Buchten)
|
angst [SGV (1914)]
III-1-4
|
33621 |
anjelier |
fletje:
flietje (L426p Buchten)
|
[DC 17 (1949)]
I-7
|
19819 |
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) |
violet:
-
flitje (L426p Buchten)
|
tuinanjer [DC 17 (1949)]
III-2-1
|
21251 |
anker |
anker:
anker (L426p Buchten),
ankerbok:
aŋkǝrbø̜k (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
anker [SGV (1914)] || Een verticaal voor de ijzerbok geplaatst U-balkje dat voorzien is van een door de bok heen reikende dwarsstang. Deze stang kan aan de achterzijde van de bok met een plaat worden vastgezet. Het geheel voorkomt dat railstukken ten gevolge van de druk uitspringen en ongelukken veroorzaken. [N 95, 587]
II-5, III-3-1
|
28394 |
anthraciet |
anthraciet:
antrasit (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Maurits])
|
Steenkool met minder dan tien procent vluchtige bestanddelen. [N 95, 468; N 95, 460; monogr.]
II-5
|
20638 |
appelbol |
krollemol:
Syst. WBD
krollemol (L426p Buchten)
|
Appelbol (krollebol, kokkerebol, kollemol, zomerbroodje, appelbol, appelbroodje, ballebuuze?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
33494 |
appelboom |
appelboompje:
Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen
appelbuimke (L426p Buchten)
|
[DC 03 (1934)]
I-7
|
20698 |
appelmoes |
appelmoes:
Syst. WBD
appelmoos (L426p Buchten)
|
Appelmoes (appelpommee?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24937 |
arduin, hardsteen |
hardsteen:
hardstein (L426p Buchten)
|
hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33100 |
aren lezen |
zomeren:
zø̄mǝrǝ (L426p Buchten)
|
Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2]
I-4
|