34377 |
roep- en lokwoord voor het varken |
kuus, kuus:
kus, kus (L247z Broekhuizenvorst)
|
In plaats van kuus roepen klakt men ook wel met de tong. [N 19, 11a; VC 14, 2c (r]
I-12
|
20819 |
roeren |
roeren:
reure (L247z Broekhuizenvorst)
|
roeren [DC 47 (1972)]
III-2-3
|
20516 |
rookvlees |
rookvlees:
ruekvleis (L247z Broekhuizenvorst)
|
stuk rundvlees dat gerookt is [DC 48 (1973)]
III-2-3
|
33901 |
rotstraal |
rotstraal:
rǫtstrǭl (L247z Broekhuizenvorst)
|
Ziekte bestaande in een rotting van de hoornstraal van de hoef, vooral tengevolge van het onhygiënische omstandigheden op stal zoals het langdurig staan in vochtige mest en urine, waardoor de hoeven verweken. Uit de straalgroeve loopt een wit, stinkend vocht. Als de straallederhuid eveneens wordt aangetast, kan kreupelheid optreden. Zie ook het lemma ''straalkanker'' (7.31). Zie afbeelding 15.' [A 48A, 18; N 8, 90l; N 52, 32c; monogr.]
I-9
|
20851 |
rozijnenbrood |
pruimpjesweg:
prümkesweg (L247z Broekhuizenvorst)
|
wittebrood met krenten, rozijnen (en eventueel sucade) [DC 053A (1978)]
III-2-3
|
17737 |
ruiken |
ruiken:
rükke (L247z Broekhuizenvorst)
|
ruiken [DC 53 (1978)]
III-1-1
|
24349 |
runderhorzellarve |
made:
maai (L247z Broekhuizenvorst)
|
larve van de runderhorzel [DC 45 (1970)]
III-4-2
|
24371 |
rups |
rups:
roeps (L247z Broekhuizenvorst)
|
rups rups [DC 46 (1971)]
III-4-2
|
21105 |
salie |
salie:
salie (L247z Broekhuizenvorst)
|
Hoe noemt men bij u de afgebeelde plant? Het is een heesterachtige plant van ca. 60 cm hoog met tamelijk lange, wat kreukelige bladeren met gekartelde randen. Zij staan tegenover elkaar en zijn grijsgroen van kleur. De bloempjes zijn blauw-wit (soms ook r [DC 49 (1974)]
III-2-3
|
33342 |
schaapherder |
scheper:
sxiǝpǝr (L247z Broekhuizenvorst)
|
[A 48, 18a; L 1, a-m; L 26, 32a; S 13; Wi 2; monogr.]
I-6
|