e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Borlo

Overzicht

Gevonden: 2106
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
betrekken (lucht) overtrekken: overtrekken  øəvərtreͅkə (Borlo) dicht gaan zitten zodat er regen dreigt, gezegd van de lucht [de lucht overtrekt, groeit, belommert] [N 22 (1963)] III-4-4
betten van een wonde baden: bijen (Borlo) een wonde met warm water baden [ZND 32 (1939)] III-1-2
beugeltas ceintuurtas: sentøurteͅs (Borlo) tas, sierlijke ~ met beugel die men s zondags op de overrok draagt [beugeltes] [N 24 (1964)] III-1-3
beuk beuk: gecombineerd met ZND 1 a-m "beuk  buuk (Borlo) beuk (een hoge beuk) [ZND 21 (1936)] III-4-3
beurs, overrijp voos: vooës (Borlo) beurs [ZND 01 (1922)] III-2-3
bevruchten vogelen: foxǝlǝ (Borlo) Het bevruchten van de hen door de haan. [JG 1a, 1b, 2c; N 19, Q 111 add.; monogr.] I-12
bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal voederij: [voederij] (Borlo) De plaats in de stal waar bieten en groenvoeder worden bewaard voor direct gebruik. De grote voorraad bevindt zich buiten de stal. De in de stal bewaarde hoeveelheid is voldoende voor enkele keren voederen. Sommige woordtypen benoemen niet een specifieke opslagplaats voor bieten en groenvoeder, maar duiden in het algemeen de ruimte aan waarin men dit voeder opslaat. Zie voor de fonetische documentatie van de woorden (voerhuis), (voederij), (voerij) en (voerderij) het lemma "voorstal, voedergang" (2.2.5). [N 5A, 34c] I-6
bewolking wolken: wolken (vr.)  woͅləkə (Borlo) bewolking, zwerk, wolkendek [schoft] [N 22 (1963)] III-4-4
bewolkte lucht betrokken lucht: betrokken (Borlo, ... ) bewolkt [ZND 32 (1939)] III-4-4
bezem bessem: bɛsǝm (Borlo), bezem: beͅsəm (Borlo), bɛsəm (Borlo, ... ) bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1