e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P196p plaats=Veulen

Overzicht

Gevonden: 565
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
handschoen haas: hās (Veulen) handschoen, twee handschoenen [ZND B1 (1940sq)] III-1-3
handvol vuist: voͅwəs (Veulen) handvol (haffel, grap, grop) [ZND B1 (1940sq)] III-4-4
hangslot paddenslot: padəsloͅu̯ət (Veulen) hangslot [ZND B1 (1940sq)] III-2-1
hard roepen hard roepen: hijə rup hoͅət (Veulen) hij roept hard [ZND B2 (1940sq)] III-3-1
hark, algemeen gritsel: gritsel (Veulen) Gereedschap dat dient om uitgetrokken onkruid bijeen te trekken, afgevallen bladeren te verzamelen, de tuinpaden, het erf en het grind aan te harken, de grond fijn te maken, enz. Het bestaat uit een ijzeren kam van doorgaans ongeveer 30 cm breedte met korte licht gebogen tanden, bevestigd aan een lange steel. Bedoeld is hier het algemene stuk gereedschap dat met name in de moestuin en op het erf wordt gebruikt voor de vele boven opgesomde doeleinden. Specifieke harken met eigen benamingen komen in het lemma Bijzondere Harken aan bod. [N 18, 94; JG 1a, 1b, 2c; A 2, 44; A 28, 1a; A 34, 2a; L 1, a-m; L B2, 239; Lu 6, 1a; S 12; Gwn 8, 4; monogr.; add uit N 14, 97b; N 15, 4; N 18, 93 en 95; N J, 5] I-5
hebben hebben: həbə (Veulen) hebben [ZND A1 (1940sq)] III-3-1
hees, schor hees: hējəs (Veulen) hees [ZND A2 (1940sq)] III-1-2
helemaal, geheel en al aallijk: oͅlək (Veulen) geheel (aallijk) [ZND B2 (1940sq)] III-4-4
helpen helpen: heͅləpə (Veulen) helpen [ZND A1 (1940sq)] III-1-4
hemel hemel: hiəməl (Veulen) Hemel. [ZND A1 (1940sq)] III-3-3