e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

Gevonden: 4058
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
barensweeën ween: de weei (Lutterade) Barenswee: periodieke pijnen die voorafgaan aan het baren (poos). [N 84 (1981)] III-2-2
barrevoets baars: baasj (Lutterade), barvoets: berves (Lutterade) barrevoets [SGV (1914)] III-1-3
basiliek basiliek (<lat.): bazeliek (Lutterade), ən basilīēk (Lutterade) Een basiliek. [N 96A (1989)] III-3-3
bazige vrouw dragonder: dragonder (Lutterade) een vrouw die over iedereen de baas wil spelen en die overal aanmerkingen op heeft [kanjer, karonje, kastine, element] [N 85 (1981)] III-1-4
bedekt een onaangenaamheid zeggen een steek onder water geven: sjteek onger water (Lutterade), op de hendel houwen (dat de ketel davert): op d⁄n hingel houwe (dat de keatel davert) (Lutterade) iemand bedekt een onaangenaamheid zeggen steken onder water geven [giepen] [N 85 (1981)] || iemand in bedekte woorden een onaangenaamheid zeggen [giepen] [N 85 (1981)] III-3-1
bedelaarstehuis kolonie: kolonie (Lutterade) een instelling waar bedelaars worden opgenomen en verzorgd [kaloentjes, kalonie, kalennis] [N 90 (1982)] III-3-1
bedelmonnik bedelpater: beaderpaater (Lutterade) Een bedelmonnik [sopbroêder]. [N 96D (1989)] III-3-3
bedevaart bedevaart: beavaart (Lutterade), bedeweggang: beviggank (Lutterade) bedevaart [SGV (1914)] || Een bedevaart, pelgrimstocht, pelgrimage [beevaart, bèèvert, bidvaart, beeweg, beevaart, begankenis]. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartganger pelgrim (<lat.): pelgrim (Lutterade) Een bedevaartganger, pelgrim. [N 96C (1989)] III-3-3
bedevaartplaats bedevaartoord: beavaartoart (Lutterade) Een bedevaartsplaats, bedevaartsplaats, genadeoord. [N 96C (1989)] III-3-3