e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q016p plaats=Lutterade

Overzicht

Gevonden: 4058
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
beemd band/bend: bēnjtj (Lutterade) Het begrip beemd is, getuige ook de bronnenopgave bij dit lemma, vaak afgevraagd. Op grond van de informatie die de informanten bij hun antwoord gaven, springen er twee betekenissen uit van beemd. De eerste is ø̄lager gelegen, vochtig weilandø̄ en de tweede is ø̄hooiweide of hooilandø̄. Een aantal informanten vermeldt erbij dat beemd weiland is aan de Maas of aan een beek. Enkele andere bijvoegingen zijn: ø̄slechte wei met veel onkruidø̄, ø̄grasland zonder omheiningø̄, ø̄weiland met enkele bomenø̄, ø̄stuk zure grondø̄. De lage ligging wordt nogal eens als een slechte eigenschap, als minderwaardig, gewaardeerd. Sommige informanten geven aan dat een beemd iets anders is dan een broek. Mede door de diverse bijvoegingen bij de antwoorden zijn de beemd-opgaven daarom niet verwerkt in lemma 1.3.2 ɛlaaggelegen weidegrondɛ, waarin de broek-opgaven domineren. Binnen de woordtypen beemd en band/bend is niet altijd met zekerheid te zeggen of ze enkel- of meervoud zijn. Waar dit met zekerheid te zeggen is, is dit aangegeven.' [N 14, 53; N 14, 52; N 14, 50a; N 14, 50b; N 6, 33b; N P, 5; JG 1a, 1b, 1c; L 19b, 2aI; L 1a-m; L 4, 40; A 10, 4; S 2, 5, 43; Wi 6; RND 20; Vld.; monogr.] I-8
been been: bēīn (Lutterade) been [SGV (1914)] III-1-1
beestachtig persoon; beestachtig sakker: vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon  ene sakker (Lutterade) met een zeer slecht, beestachtig karakter [sakkers] [N 85 (1981)] III-1-4
beet, hap bof: bŏf (Lutterade), böf (Lutterade) hap; Hoe noemt U: Zoveel als men in één keer afbijt of in de mond neemt (hap, beet, knap, kneuvel) [N 80 (1980)] III-2-3
bef jabotje (<fr.): sjabooke (Lutterade) een bef [N 59 (1973)] III-1-3
begeleider van het baldakijn hemelwachters: hemelwechters (Lutterade) De begeleiders van de hemel, bijvoorbeeld vier leden van de schutterij [hiëmelwach]. [N 96C (1989)] III-3-3
begerig benieuwd: benuut (Lutterade) begeerig [SGV (1914)] III-1-4
begijn begijn: begien (Lutterade) De bewoonster van een begijnhof [begien]. [N 96D (1989)] III-3-3
begrafenis begrafenis: begrafenis (Lutterade), begrèfenes (Lutterade) begrafenis [SGV (1914)] || de gezamenlijke handelingen en plechtigheden waarmee een dode ter aarde besteld wordt [begrafenis, uitvaart, begankenis, zinking, leuves, geuves] [N 87 (1981)] III-2-2
begrafenismaal begrafenismaal: begrafenismoal (Lutterade) het begrafenismaal [N 96D (1989)] III-2-2