e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P120p plaats=Alken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
uitspannen uitspannen: ǭǝ.tspanǝ (Alken) Het paard losmaken van de kar of het werktuig waarin of waaraan het gespannen is. Bij het uitspannen uit een kar met berries worden de draagriem, de brede buikriem en de strengen losgemaakt. Vervolgens wordt het paard naar de stal geleid. [JG 1b, 2c; N 8, 98b; monogr.] I-10
uitwijken afzetten: ǭf˲zętǝ (Alken), uit de baan gaan: ø̜t ˲dǝ bǭǝn gǫnj (Alken) Als de weg smal is en er komt van de tegenovergestelde zijde een kar af, dan zullen beide voertuigen moeten uitwijken. [JG 1a, 1b; monogr.] I-10
vaandel vaan: vaen (Alken) de aan de stok gedragen doek met de kleuren of emblemen van een vereniging of gilde [vaandel, vendel, vaan] [N 112 (2006)] III-3-2
vaars jaarling: juǝ.rleŋ (Alken), muk: mǫk (Alken), vaars: vi̯ās (Alken) Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20] I-11
vagina, geslachtsorgaan van de merrie lijf: lē̜ǝ.f (Alken) Het uitwendig zichtbare geslachtsdeel. [JG 1a, 1b; N 8, 35, 39b en 40] I-9
vallen vallen: vallen (Alken) vallen [ZND 46 (1946)] III-1-2
vals spel foetelen: het foetele (Alken) oneerlijk spel, het valsspelen [hernij, aarzak, haarzakkerij, aaszakkerij] [N 112 (2006)] III-3-2
vals spelen foetelen: foetele (Alken) vals, oneerlijk spelen [stachelen, foetelen, entelen, peuteren, krummelen, onnemen, haarzakken] [N 112 (2006)] III-3-2
valsspeler foetelaar: foetelér (Alken) iemand die altijd vals speelt [aarzak, haarzak, aaszak] [N 112 (2006)] III-3-2
van veren wisselen ruiven: rø̜̄vǝ (Alken), rǭvǝ (Alken) [N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.] I-12