17877 |
bont en blauw slaan |
bont en blauw houwen:
bond ɛn blāuw Xaouwə (Q019p Beek)
|
bont en blauw geslagen [RND]
III-1-2
|
18297 |
bontkraag |
bontkraag:
bontkraag (Q019p Beek)
|
kraag van bont [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18682 |
bontmantel |
bontmantel:
bontmantel (Q019p Beek)
|
bontmantel [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22552 |
boog |
flikboog:
flikbo.ch (Q019p Beek),
ontlastingsboog:
ǫntlasteŋs˱bǭx (Q019p Beek),
steekboog:
štēk˱bǭx (Q019p Beek),
strekboog:
štręk˱bǭx (Q019p Beek)
|
boog [RND] || Gebogen holronde overdekking van een muuropening. Bogen worden vooral toegepast bij overspanningen die groter zijn dan 1 meter of bij zware belasting. Zie ook afb. 52. Met het woordtype 'segmentboog' wordt een boog in de vorm van een cirkelsegment aangeduid. De woordtypen 'strekboog', 'strek' en 'scheitrechte boog' worden gebruikt voor een boog met een horizontale welflijn. In L 290 en L 291 werd een halfronde boog zonder ramen vaak als ontluchting in de gevels van schuren of stallen aangebracht. Men noemde dit: 'een halve maan' ('ǝn halǝf mǭn'). In Q 121 werd in het midden van de boog dikwijls een ornament of kijlvormige gevelsteen geplaatst. Zie ook het lemma 'Sluitsteen'. [N 32, 16a; N 32, 17a; N 4A, 40a; monogr.]
II-9, III-3-2
|
24472 |
boom (alg.) |
boom:
boum (Q019p Beek),
boͅum (Q019p Beek),
boͅu̯m (Q019p Beek),
boompje:
bøͅimkə (Q019p Beek)
|
boom [DC 35 (1963)], [RND]
III-4-3
|
24128 |
boomleeuwerik |
leeuwerik:
leiwerik (Q019p Beek)
|
Hoe heet de boomleeuwerik? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
33280 |
boon, algemeen |
bonen:
boǝnǝ (Q019p Beek),
boon:
boǝn (Q019p Beek)
|
Phaseolus L. Zoals bij de erwt gaat ook hier het lemma met de algemene benaming vooraf aan de namen van specifieke soorten. Enkelvouden en meervouden zijn apart gehouden. [JG 1a, 1b, 1c; L 1, a-m; L 1u, 21; L 8, 84; L 22, 3a; S 4; Wi 14; monogr.; add. uit N P, 23]
I-5
|
18698 |
boordenknoopje |
knoopje:
knuipke (Q019p Beek)
|
boordeknoopje [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18863 |
boos |
kwaad:
kaod (Q019p Beek)
|
boos, kwaad ten gevolge van een belediging [kwaad, boos, vuil] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19600 |
bord |
telder:
teͅi̯ər (Q019p Beek)
|
bord
III-2-1
|