e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L282p plaats=Achel

Overzicht

Gevonden: 4185
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biddag biddag: biddaag (Achel) Een dag van aanbidding van het Allerheiligste in de loop van het jaar, per parochie verschillend [biddag, bèèjdaag?]. [N 96B (1989)] III-3-3
biddag voor het gewas kruisprocessie (<lat.) door de velden: kruusprocessie door de velden (Achel) De Biddag voor het Gewas. [N 96C (1989)] III-3-3
bidden bidden: bidden (Achel) Bidden, beden, zich beden [bidde, bèèje, zich bèèje, zich bèëne?]. [N 96B (1989)] III-3-3
bidprentje doodsbeeldje: dòdsbildje (Achel) een bidprentje, doodsprentje, gedachtenisprentje, tijdens de uitvaartdient uitgereikt, "beeldje"[doeëdetsiddel] [N 96D (1989)] III-2-2
bidstond biduur: biduur (Achel) Een aanbiddingsuur of bidstonde, aan elk van de wijken of groeperingen van de parochie toegewezen gedurende deze aanbiddingsdagen [bidstond, bèèjstónd, be------nsjtónd?]. [N 96B (1989)] III-3-3
biecht biecht: biecht (Achel) De biecht [biech]. [N 96D (1989)] III-3-3
biecht horen biecht horen: biecht huuren (Achel) Biecht horen door de priester. [N 96D (1989)] III-3-3
biechteling biechteling: biechteling (Achel) De biechteling, de gelovige die gaat biechten. [N 96D (1989)] III-3-3
biechten (gaan) biechten (gaan): biechte gaon (Achel) Biechten, te biecht gaan, biecht spreken [zich biechte]. [N 96D (1989)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: biechtstoel (Achel) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3