e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
afkomst afkomst: aafkooms (Bunde) afkomst [N 87 (1981)] III-2-2
afloeren, bespieden afkijken: aafkieke (Bunde, ... ), afloeren: aafloere (Bunde) kijken: afloeren [aafvinke] [N 10 (1961)] III-1-1
afwasteil, afwasbak afwasbak: aafwesjbak (Bunde), aafwèsjbak (Bunde), aafwésjbak (Bunde) afwasbak [N 07 (1961)] III-2-1
akkersleep, weidesleep vil: vel (Bunde) Het toestel of werktuig waarmee men de akker en/of de weide sleept. Behalve de sleeptypen die door de afb. 89 t/m 95 worden voorgesteld, werd ook de omgekeerde eg als sleep gebruikt. Zo nodig verzwaarde men die met graszoden, een zak aarde of iets dergelijks. Vaak werd de sleepeg voorzien van berkenrijs, doorn- of braamtakken of prikkeldraad. Men kon deze tussen de egbalken door vlechten, onder de eg vastbinden of achter aan de eg bevestigen. Zulk een sleep gebruikte men vooral om pas gezaaid spurrie-, klaver-en graszaad slepend in de grond te brengen. Soms werd er ook een tarwe- of een aardappelveld mee bewerkt. De omgekeerde eg kon - al dan niet voorzien van rijshout e.d. - ook als weidesleep dienen, voor het slechten van molshopen, het fijner uitsmeren van verspreide mest en ter bestrijding van mosvorming. Men sleepte de akker of de weide soms ook wel met een grote bos berken- of andere takken, die men van voren bijeenbond of - gespreid - tussen twee balken klemde. Voor het ''sleep''-gedeelte van varianten verderop in het lemma zie men het simplex sleep aan het begin. In het lemma ''eg'' vindt men de waarde van het woord(deel ''eg'' resp. ''eg'' verklaard. [JG 1a+ 1b+ 1c+ 1d; N 11, 85; N 11A, 179 + 181b + c; N 14, 81; N 18, 22; N 27, 1a add.; N J, 10; N P, 17 + 18; N Q, 17; A 13, 16b; A 40, 10a + b; div.; monogr.] I-2
allerheiligen alleheiligen: alleheilige (Bunde), allerheiligen: allerheilge (Bunde), allerheilige (Bunde), allerhèlligge (Bunde) Allerheiligen. [N 06 (1960)], [ZND 19A (1936)] III-3-3
allerzielen allerzielen: allerzjèle (Bunde), allerzîêle (Bunde), (aparte uitspraak z en j).  allerzjélle (Bunde) Allerzielen. [N 06 (1960)] III-3-3
andere soorten sneeuw fiezel: fijne sneeuw  fiezel (Bunde) verschillende soorten sneeuw [spuwsneeuw, watersneeuw] [N 81 (1980)] III-4-4
anjer, anjelier (dianthus caryophyllus l.) anjer: -  anjer (Bunde), groffiaat: -  groffiaat (Bunde) tuinanjer III-2-1
appelboom appelboompje: Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen  appelbumke (Bunde) [DC 03 (1934)] I-7
arduin, hardsteen blauwe steen: blauwe sjtein (Bunde) hardsteen, harde, meest blauwgrijze kalksteen, gebruikt voor stolpen, hoekstenen enz [arduin] [N 81 (1980)] III-4-4