e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
braadworst braadworst: braodwoorsj (Bunde), stumpkes zijn de stukjes braadworst die bij het middagmaal gegeten worden  braotwoorsj (Bunde) braadworst [N 06 (1960)] III-2-3
braaf braaf: braaf (Bunde), et kint is braaf (Bunde), koest: koesj (Bunde) braaf, gezegd van een kind [N 06 (1960)] III-1-4
braden braden: broje (Bunde), vlees zachtjes laten aanbranden in de oven van een cuisinière  breuje (Bunde) vlees braden en vlees bakken [ZND m] III-2-3
braken gobbelen: göbbele (Bunde), kotsen: kotse (Bunde, ... ), spijen: schpieje (Bunde), sjpieje (Bunde) overgeven, vomeren [speuwe, spaven, kitse, kotse, kalve, kalvere] [N 10 (1961)] III-1-2
brandewijn jenever: sjenever (Bunde) brandewijn; Hoe noemt U: Sterk alcoholische drank, gestookt uit wijn of graan (brandewijn, snevel, franse) [N 80 (1980)] III-2-3
briefkaart briefkaart: breefkaart (Bunde) de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)] III-3-1
broedse kip die men niet wil laten broeden broedetig (bijvgl. nmw.): brø̄i̯ǝtǝx (Bunde) [N 19, 43b] I-12
broek: algemeen broek: brook (Bunde) broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)] III-1-3
broer broer: broor (Bunde) broeder [SGV (1914)] III-2-2
bron bron: bron (Bunde) bron, natuurlijke opening in de grond waar water uit de grond opwelt [kwel, wel] [N 81 (1980)] III-4-4