e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dronken een stuk in zijn hakken: n stök in z’n hakke (Bunde), schtök in z’n hakke (Bunde) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
dronken zijn een stuk in hebben: n stök in höbbe (Bunde), een stuk in zijn kloten hebben: Vulgair.  schtök in z’n klaote höbbe (Bunde), een stuk in zijn kont hebben: n stök in z’n kont höbbe (Bunde), een stuk in zijn kraag hebben: n stök in z’ne kraog höbbe (Bunde), een stuk in zijn zwitser hebben: e schtök in z’ne schwitser höbbe (Bunde), hem om hebben: h’m um höbbe (Bunde) dronken [N 10 (1961)] III-2-3
droog blijven vast weer: vast (Bunde) droog blijven, gezegd van het weer [overblijven] [N 81 (1980)] III-4-4
drop krissie: krissie (Bunde, ... ) drop [Weijnen BN 01 (1938)] || drop; Hoe noemt U: Ingedikt sap, aftreksel van zoethout, drop (kalissie, drop) [N 80 (1980)] III-2-3
dropwater krissiewater: krissiewater (Bunde) Hoe noemt U: Water waarin drop is opgelost (sepnat, kalissewater, kalissesap, poeliepek, kloters) [N 80 (1980)] III-2-3
druilerig en koud weer regenachtig (weer): regenechtig (Bunde) regenachtig, gezegd van het weer [ruizerig] [N 81 (1980)] III-4-4
druppel druppel: ein dröppel water (Bunde), en dröppel waater (Bunde), ⁄n dröppel (Bunde) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] III-4-4
duiker duiker: duuker (Bunde) de waterdoorgang onder een weg (duiker, heul, geul, schoor) [N 90 (1982)] III-3-1
duim duim: doem (Bunde, ... ) duim [N 10 (1961)] III-1-1
duivenhok duifhuis: dūvǝs (Bunde), duivenkot: duvǝkǫt (Bunde) Soms vindt men in de nok van de zolder een afgeschotte ruimte voor de duiven, die door een gat in de gevel of in het dak in en uit kunnen vliegen. Hier staan de benamingen voor het duivenhok, ongeacht de vorm van dat hok, bijeen. De termen slag en spijker in dit lemma hebben betrekking op de duivenkooi als geheel. Zie ook het lemma "duivenslag" (3.4.8). In kaart 51 zijn voor Belgisch Limburg alleen de mondeling verzamelde gegevens in kaart gebracht. Zie afbeelding 17. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; A 10, 9k; L 8, 9a; L 38, 31; S 37; monogr. add. uit N 5A, 58c "til" en JG 2c; A 28, 14c "spijker] I-6