e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Bunde

Overzicht

Gevonden: 1006

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezig bezig: bèzig mèt (Bunde) bezig zijn [ZND 19a (1936)] III-1-4
bibberen beven: bève (Bunde), bibberen: bibbere (Bunde) beven [rijde, ridde, riere, rijgele, rijere] [N 10a (1961)] III-1-2
bietenmolen krotenmolen: kru̯atǝmø̄lǝ (Bunde) Instrument om voerderbieten in brokken te malen zodat de beesten deze eten kunnen. [N 18, 108; add. uit N 5A, 34d] I-5
bietenriek krotenriek: kru̯atǝrēk (Bunde) Riek om bieten mee te verplaatsen. Doorgaans met minder tanden dan de aardappelriek, maar wel met bolletjes aan de uiteinden van de tanden om de bieten niet te beschadigen. Bij krotengaffel, achter in het lemma, wordt uitdrukkelijk opgemerkt dat het stuk gereedschap 8 tot 10 tanden heeft. Vergelijk ook de toelichtingen bij de lemmaɛs Aardappelriek en Bietenkopper. [N 18, 25a, 25b en 64; JG 1d; A 28, 3; monogr.] I-5
bikkelen bikkelen: bikkele (Bunde) Bikkelen. [BN 03] III-3-2
bil bats: bats (Bunde, ... ), bàts (Bunde, ... ) Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)] III-1-1
binnendeur tussen woonhuis en stal gangdeur: gaŋk˱dē̜ ̞r (Bunde) De deur die vanuit het woonhuis toegang geeft tot de aangrenzende stal(len). Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (stal) het lemma "stal" (2.1.2). [N 5A, 32b] I-6
binnensmonds praten monkelen: monkelen (Bunde) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten links: links (Bunde) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] III-1-3
bioscoop cinema: Karte 240.  cinema (Bunde), film: Karte 240.  film (Bunde) (Ich gehe ins) Kino. III-3-2