e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Doenrade

Overzicht

Gevonden: 3950

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aandeel, part deel: deel (Doenrade, ... ), part: paart (Doenrade, ... ), portie: poàsje (Doenrade) het deel van het geheel dat men krijgt [garant, rantsoen, part, portie, deel] [N 91 (1982)] III-4-4
aandringen aandringen: aandréngə (Doenrade) met klem trachten gedaan te krijgen, met drang onder de aandacht brengen [prossen, aandringen] [N 85 (1981)] III-1-4
aangesneden beleg aangesneden bezets: āgǝšnęjǝ bǝzęts (Doenrade) Aangeknipt belegsel. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛbelegɛ.' [N 59, 114b] II-7
aangeven, verklikken aangeven: aangaeve (Doenrade), aanschieten: aasjietə (Doenrade) een overtreding of misdrijf bekend maken aan de overheid [aangeven, verklikken, verklappen] [N 90 (1982)] || heimelijk een overtreding of misdrijf aangeven [bij de overheid] [klikken, verklikken, paanderdragen, klikspanen] [N 90 (1982)] III-3-1
aanhitsen judassen: ideosyncr.  judassen (Doenrade), kissen: kiēsje (Doenrade), WLD (? - moeilijk leesbaar)  kissjə (Doenrade) Hoe noemt u een hond kwaad maken, aanhitsen (hitsen, hissen, opkiezen) [N 83 (1981)] III-2-1
aanhoudend klagen zaniken: zanikkə (Doenrade) aanhoudend morren en klagen [neuriën] [N 85 (1981)] III-1-4
aanhoudend vragen zaniken: zanikkə (Doenrade, ... ) aanhoudend vragen om iets te krijgen [kutten] [N 87 (1981)] || alsmaardoor blijven vragen [maren] [N 87 (1981)] III-3-1
aankondigingskastje kastje: kaesjkə (Doenrade), késke (Doenrade), ’t keske (Doenrade) de plaats waar gemeentelijke aankondigingen etc. opgehangen worden [gebooi] [N 90 (1982)] III-3-1
aanmeten meten: mē̜tǝ (Doenrade) Het nemen van de voor een kledingstuk vereiste maten. Bij de heren neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte van het kledingstuk, (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, bovenwijdte, taillewijdte, zitwijdte, armsgatdiepte, verhoudingsmaat, schouderhoogte, korte schouderhoogte, avancement, buikvoorsprong, lendebreedte; opening, lengte en zijlengte van het vest; knielengte, zijlengte, tussenbeenlengste, bandwijdte, zitwijdte, kniewijdte en voetwijdte van de broek (Papenhuyzen II, pag. 5 e.v.). Bij de dames neemt men de maat van de rughoogte, taillelengte, gehele lengte (halve) rugbreedte, ellebooglengte, mouwlengte, borstbreedte, eerste bovenwijdte, tweede bovenwijdte, taillewijdte, heupwijdte, armsgatdiepte, bustehoogte, verhoudingsmaat, voorlengte tot de rughoogtelijn, voorlengte tot de taillelijn, schouderhoogte, avancement, achterlengte, zijlengte, voorlengte, taillewijdte, heupwijdte en onderwijdte van de rok (Papenhuyzen I, pag. 6 e.v.). Zie voor het aanmeten o.a. afb. 23. [N 59, 43; N 62, 2a] II-7
aanrekenen de rekening schrijven: raekening sjrievə (Doenrade) betaling vragen voor een geleverd artikel; in rekening brengen [schrijven, aankalken] [N 89 (1982)] III-3-1